Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


Zij breekt los uit het gewarrel der menigte; zij flakkert even blij met haar vleugels, en dan stijgt zij op in het licht. Boven talmt zij een oogenblik, en behoedzaam neemt zij een overzicht van haar tehuis en zijne omgeving. Dan wiekt zij naar boven in wijder en wijder cirkels, en met iedere zwenking krijgt zij ruimer blik op de wereld beneden haar.

Waar ik de weide tooi, Waar ik mijn bloemen strooi, Maak ik de wereld mooi, Maak ik de wereld blij, Breng ik haar liefde bij Zie ik ben Mei! Waar ik naar boven vaar Volgt mij een vleugelpaar, Wiekt heel een hemelschaar, Maak ik den hemel blij, Hemel en aarde vrij Zie ik ben Mei!

De rondende afgrond blauwt in zonnegloed, En wijkt ver in de verte en hoog naar boven, Mijn ziel wiekt als een leeuwriks-lied naar boven, Tot, boven ’t licht, haar lichter licht gemoet: Zij baadt zich in den lauwen aether-vloed, En hoort met hosianna’s ’t leven loven, Het floers is weg van de eeuwigheid geschoven, De Godheid troont.... diep in mijn trotsch gemoed;

in ijle regenbogen en wuift op en wiekt een lichtend-groene boomgrot binnen, waar wazig-druiveblauwe duiven minnen? Die rukken hunne snavels, dan vliegt op 't duikende duifje en klapwiekt blanker wiek de doffer, 't klaar geblaârte slaand!... Zie, bloesems vallen voor uwen voet! o, in ons' boezems is 't schoon gebeure' een tint'lende muziek!

Zooals in den avond een uil wiekt door de stilte, of gelijk een luwte ondeelbaar-even vaagt en vervaagt, zoo moet 't zijn geweest, dat het voor den stervende klonk klonk? Er was een jonge knaap, die lang ziek geweest was, en de hand aarzelde nog even.

Hoor, hoe de halen der regenfluiters zich heen komen buigen over deze vergetenheid waar het zingen wil.... het pinkt en piept, het tutert er en kwinkelt en twinkelt, genood en teeken van tegenwoordigheid wiekt henen en weêr door het teêr redetwistende hout.

Wanneer in ademloozen schemerschijn De vleêrmuis zwijgend wiekt in lage kringen, En de aarde staart naar de eerste tintelingen Der zilvren spangen van het nachtgordijn; Als dan door ’t loof de luistrende jasmijn De luwtjes geur’ge wiegeliedren zingen, En sluimer daalt op breede duivezwingen... Dan is het zalig, om alleen te zijn.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek