Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Daar wuiven en golven, zacht-streelend door den milden wind geaaid, de frissche groene lentenkorenvelden; daar kronkelt blond de breede zandweg naar het blauwachtig verschiet, onder den hoogen, zonnigblauwen hemel met zijn glinsterwitte wolken.
Hier teekent zich de zandweg tegen 't donkere groen van een dennengroep; hier is de rust van een ander karakter, zingt de fee van het natuurschoon een anderen zang.
Zoo zegt men: het ~einde~ van de bladzijde, niet het ~slot~. Van een boek kunnen beide woorden gebruikt worden; het ~einde~ vindt men na den laatsten regel, het ~slot~ ziet op de laatste zinnen: Dat boek bevat een pakkend ~slot~. Ik las dit boek van het begin tot het ~einde~, maar vond niet het bewuste woord. Aan het van dezen zandweg woont een jager.
De teugels van het spannetje waren in handen van Willem Vlok, die voor 't oogenblik toch niets anders te doen had en er zeer vereerd mee was, dat hij dit ritje in den dienst van Beukman en Kramer doen mocht. "En hoe gaat het thuis, Vlok?" vroeg Beukman, toen ze de kom van het dorp achter zich hadden en in de heerlijke lucht van den helderen zomermorgen bedaard den mullen zandweg langs reden.
Slechts een tien minuten gaans van Water-zicht ligt, mede aan den zandweg, welke de vaart of kleine rivier tot oever, en den schuitenjagers tot jaagpad verstrekt, de grootste buitenplaats uit den omtrek, het fraaie Rozen-Hove van den baron Tolenveld.
En het hek van de werf uitdraaiende, op eene wijze, die geen Amsterdamsch koetsier haar zou verbeterd hebben, liet zij het vurig paardje zijn hart ophalen aan den zandweg en draafde heen. "Zal de dokter blieven na de stad te riden?" vroeg Gillis. "Dank u," zei Witse, "ik wandel liever?" En nog eens de beschikkingen herhalende, die hij gegeven had, nam hij de thuisreis aan.
Wij hadden den nacht in een zeer arm dorp doorgebracht, dat wij den anderen morgen reeds bij het aanbreken van den dag verlieten. Geruimen tijd hadden wij een zandweg gevolgd, toen wij plotseling, in plaats van de wingerden, die den weg omzoomden, een open vlakte voor ons zagen, alsof eensklaps, door een tooverstaf, een gordijn was opgetrokken.
"Ons karretje rijdt op een zandweg," fluisterde Hobble-Frank tegen zijn neef. "Het water hebben wij dus al, ten minste zoodra wij het hebben willen; als het goud dan ook zoo willig vloeit, kunnen wij spoedig Crassussen worden." "Bedoelt gij bijgeval Cresussen? Cresus is immers die koning geweest, die zoo schatrijk was?"
't Is winterdag, en grijs en koud, en vuil en vochtig. De wagensporen in den blonden zandweg kronkelen als geel-glimmende moddergeulen door het naakte veld. Hier en daar liggen groote, vieze waden, dwars over de volle breedte van de baan.
Zij waren nu toch eenmaal morsig en nat, het kon hun niet meer schelen, zij zouden nu maar kletsnat blijven, van binnen en van buiten nat, giegelden zij, en voor de zooveelste maal ging de flesch rond. De boer, die sinds een paar uren bij de slijters niet gekomen was, verscheen plotseling op den zandweg, in zulk een toestand, dat de heele bende wild begon te proesten en te gillen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek