United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voorzichtig wischt de oude man haar nog een paar kleine schuimblaasjes van de lippen en eenige kille droppels van ’t voorhoofd, dan brengt hij den zakdoek aan zijn oogen en zucht smartelijk, diep.

Spoedig kwam hij aan een rivier; die herinnerde hem aan den kleinen visch en nadat hij de schubbe uit zijn zakdoek had genomen, begon hij haar zacht tusschen zijn vingers te wrijven en zie, onmiddellijk verscheen de visch en vroeg: "Wat scheelt er aan, mijn broeder-in-God?" De prins antwoordde: "Mijn merrie is gevlucht en ik weet niet, waar ik haar moet zoeken!"

Daar liep een vrouw te slapen, met gesloten oogen liet ze zich voortslepen tusschen twee mannen, haar hoofd rolde op zij en dan in den nek, de wrong van haar hair was los, en ze had een witten zakdoek, met een tuit naar achteren, voor de ochtendkou om het hoofd geknoopt.

De zakdoek namen ze tusschen zich in en als twee jongens, die onder een brugleuning, steentjes in het water werpen, zoo gooiden zij de stukjes goud door den schoorsteen naar beneden. Liesje was nog niet ontwaakt, de lamp brandde nog. In de bedstee was het ook stil. Alleen de wind bromde en blies den hagel in hun gezicht.

O, ik stop mijn zakdoek in den mond," fluisterde Bunny, nog steeds achter Hedwig verscholen. "Ik geef geen kik!" May toonde echter geen de minste zenuwachtigheid. Met een tevreden trek op haar lief gezicht, stond zij, geheel een kind nog, thans alleen voor de palmen en begon, met het donkere hoofdje een weinig naar voren gebogen, zacht te zingen.

"Is het niet een nest van een meid?" zeide Tom, haar op armslengte van zich afhoudende, om haar eens geheel te overzien; en toen opstaande, zette hij de kleine op zijn breeden schouder en begon met haar te springen en te dansen, terwijl George met zijn zakdoek naar haar sloeg, en Mozes en Peter, die teruggekomen waren, haar als beren aanbromden, tot Tante Chloe verklaarde dat haar hoofd spleet van het leven.

Moeder en dochter waren alleen: want de oude barones had de kamer verlaten. Het jonge meisje daar in de diepe vensternis staarde met groote, peinzende oogen naar het lichtend gewemel daar boven; zij knielde naast den stoel harer moeder en sloeg den arm om haar heen; de diep bewogen vrouw hield haar zakdoek voor het gelaat; haar borst ging op en neer onder een zacht geween.

"Ik val met mijn neus in de boter," zeide Mimi, terwijl zij een bijna hongerigen blik op de tafel wierp; "ik heb vanmiddag in het geheel niet gegeten," fluisterde zij den schilder in, opdat Rodolphe, die op zijn zakdoek beet, om niet in tranen uit te barsten, het niet zou hooren. "Schuif wat bij, Rodolphe!" zeide Marcel tot zijn vriend; "we zullen met ons drieën soupeeren!"

Hij zette zich tot dat einde zoo dicht mogelijk aan den waterkant neder, en met zijn zakdoek waaierende, en met zijne rede zijn ongeduld afkoelende, slaagde hij er vrijwel in zich een weinigje tot kalmte te brengen.

Hij wilde haar zijn aanwijzingen nog eens herhalen. "Je ziet den weg, het boekweitveld en het voetpad zijn rechts, aan het einde van het voetpad is de kleine brug, de beide kransen moeten op die kleine brug neergelegd worden. Links aan den anderen kant is de molen en het kleine bosch, de man en de zakdoek. Daar moet je heen. Haast je, liefste, haast je! Hier is de zakdoek!..."