Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Verder was Jan de Boogh er met een keuze uit zijn societeitsvrienden, allen rijke, wel-doorvoede heeren van tusschen de dertig en veertig, meerendeels dik, blozend en kaalhoofdig, enkelen, die kwalen hadden, gelig bleek en beenig; ze hokten samen, keken brutaal naar andere gasten en grinnikten dan, maakten opmerkingen, kraak-lachend; zetten ook wel, in een hoek van 't zaaltje, hun gesprekken voort van gisteren-avond.
Zij sloeg haar zwakke armen om zijn hals: Jij zoû heel anders zijn als ik stierf, hè? Wat een vraag ... En wat een gedachte! Gedurende eenige minuten omhelsden zij mekaâr. Drie dagen later zat Jozef, nadat hij alleen op het zaaltje gegeten had, in de binnenkamer, waar de groote glazen boekenkast stond, te rooken. Hij leefde nu al maanden akelig en naar. Dat kon niet langer.
Was Jozef een enkele maal met háar alléen in aanraking, liet zij hem in, als Jans de deur uit was, ontmoetten zij mekaâr onder aan de trap of bij de deur van het zaaltje, dan vroeg zijn eerste blik altijd; zijn wij nu nog geen stap verder gekomen? dan fluisterde hij haar smeekend toe, dat zij moest bedenken, hoe zijn lot in haar handen was, hoe ze hem niet langer zoo treurig en ongelukkig mocht laten.
Het was in het zaaltje, achter, waar ze altijd zaten, als ze menschen kregen, haar vader en zij; het zal zoo wat tien uur zijn geweest. Jans was juist voor de tweede maal met wijn rond geweest. Mevrouw van Borselen had al iets gezongen, Ster en Jozef hadden al wat voorgedragen, toen zij begreep, dat nu de beurt aan háar zoû komen.
Go zag 't, zei eenvoudig: "Die vinden je mooi, zeg, gaan bepaald informeeren, wie je bent," en merkte niet, dat uit 't andere zaaltje algemeen de aandacht werd gewijd aan háár sprekend, frisch gezicht, waarin de groote grijs-blauwe oogen levenslustig straalden. "Ze gaan weg," zei Else zachtjes, de vork neerleggend. Maar nu kwam Han naar haar toe. "Eet u vandaag hier, dames?" vroeg hij verwonderd.
De meisjes waren beducht voor hun kapsels en voor hun tint in de warmte van 't zaaltje, zij glimlachten niet zonder moeite, en er waren er die zeer recht en stuursch keken, wanneer ze niet werden aangesproken.
De ingang was in een vies, donker steegje, en dan moest je 't trapje op en dan weer een trapje af, in half donker, en dan was je in-eens in 't drinklokaal, een langwerpig, laag gezolderd zaaltje, geel-rossig hel verlicht door gasvlammen.
Het is een eigenaardige omgeving in dat lage zaaltje met de geschilderde zoldering, waarop de wapens van het klooster prijken, een crucifix tusschen twee hertehoorns naast een aan den muur hangende guitaar, terwijl men door een oud renaissancepoortje het uitzicht op een park met allerlei klassieke versierselen heeft.
Geen denken aan! zij vermaant hem, zijn vader vriendelijk toe te spreken die is tegen den avond altijd ontvankelijker gestemd en verder op de hulp van dominee te rekenen. VIJFDE ZANG: In het zaaltje zitten de drie mans nog steeds bij een glaasje te kouten.
Waar waren nu de lucifers? zij behandtastte met zoekende vingers de kastjes en tafels. Eindelijk vond zij ze en stak gauw het gas aan. Hoe heerlijk toch dat gas, dacht zij. Gelukkig, dat mijn kamer ook met gas is, want als ik een lamp had, zoo als op het zaaltje, dan kwam ik daar zeker nooit meê klaar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek