Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Al meer en meer bemoedigd stapte hij het wachthuis binnen: alles was ledig en verlaten, en slechts nog eenig huisraad overig. Toen snelde hij weer naar buiten, beklom het bolwerk, en wuifde met zijn hoed tegen de Leidenaars op den stadsmuur.

En het werd een schoone al werd het geen heldere dag. De feesttrein snelde voort, en zijn breede blanke pluim van stoom golfde met hem mee, en wuifde den nieuwsgierigen langs zijn pad een vroolijk "vaarwel" toe.

Ik deed het en onmiddellijk gaven al de troepen een schreeuw evenzeer van schrik als van verrassing, want de zon scheen helder en de weerkaatsing verblindde hun oogen, toen ik de sabel heen en weer wuifde in mijn hand.

Zoo ging de kano weder naar het midden der rivier, terwijl Lo-Mai en zijn zoontje aan den oever bleven staan, en wederzijds wuifde men elkander tot afscheid toe. Op den 21sten April werd de stroom sterker en bleek het dus, dat men de Oebanghi naderde; naar schatting waren driehonderd Kilometer sedert het vertrek uit Ngala afgelegd.

En ieder, die 't niet zingen wil, Die moet er aan gelooven." Den volgenden morgen voor schooltijd zag men weer, als op den eersten dag van de vacantie, twee vlaggetjes uit een portier van den trein wapperen. Maar nu wuifde oom Karel met zijn kaboutertjes den wachtenden bij den trein met even vroolijke gezichten een afscheid toe.

»Wat voor doelvroeg de dokter. »Eenvoudig, Oliver's familie uit te vinden en voor hem de hand te leggen op de erfenis, waarvan hij als het verhaal waar is wederrechtelijk werd beroofd.« »Hazei de heer Losberne en wuifde zich koelte toe met zijn zakdoek, »dat vergat ik haast

Op het dek van het koninklijke schip wuifde Bartja zijner verloofde de laatste liefdesgroeten toe. In haar hart bad Sappho tot Aphrodite Euploia, de schutsgodin der schippers. Een traan bevochtigde hare wang; maar om haar mond speelde een lachje van hoop en van liefde, terwijl de oude slavin Melitta, die het zonnescherm der jonkvrouw droeg, als eene wanhopige weende.

We komme d'er toch nog wel? vroeg ze, toen het tuinhekje dichtklapte. Ja, wij zijn bijtijds, zei Groo'va. Zeg Groo'moe nog eens goeden dag. Tusschen de groote begoniabladen zag ze, stilstaand, Groo'moe's gezicht. Ze wuifde met hand en handschoenen; een van de handschoenen viel; toen ze hem had opgeraapt, wuifde ze nog eens. Bij den draai van den weg bleef ze even staan, en wuifde weer.

De Pool in nijdig geproest wuifde de handen afwerend, reikte de loep aan den achtersten jood, geel met zwart-klevenden snor. Zes handen leien bleek-wiegend op tafel, duimen opwaarts gekromd. Het papierbrokje in 't midden. En wéer was de stilte van aandacht, bij het bespieden der loep. Het licht witte kil op de hokking der hoofden, op de rompen in scheemring.

Hier omarmde de heer van Koslou zijnen vriend nog eens innig, zijne vrouw nam met tranen in de oogen afscheid van hem, en de kinderen kusten hem snikkend de hand. Nog eenigen tijd, nadat het schip was begonnen te zeilen, wenkte Koslou met zijnen hoed, terwijl zijne echtgenoote met haren zakdoek wuifde, en de kinderen hunne hoeden omhoog wierpen of witte doeken zwaaiden. De terugkomst.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek