United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Lange golvende haren rolden op zijn brede schouders; blauwe glinsterende ogen stonden vlammend onder zijn blonde wenkbrauwen, en een jonge baard krulde op zijn kin. Een wollen kolder met een gordel was zijn kleedsel, en een kruismes in een lederen schede zijn wapen. Zichtbaar was het op zijn gelaat dat het gezelschap, aan hetwelk hij ten leidsman diende, hem niet aangenaam was.

De eene heeft een wollen doek om, dat maakt mij kwaad: een "Brunnenmädchen" met een zielenwarmer om! Ik kan er niet naar kijken de andere heeft een leelijken wipneus goeie hemel! wat een wipneus! 't regent er in. Dat had ik gisteren toen 't mooi weer was niet eens gezien. Hoe meer ik naar de lucht kijk, des te knorriger word ik!

Want nu ontdekte zij dat de slappe, platte kussens met snippers papier waren opgevuld of opgevuld heetten en dat de zoogenaamde dekens bestonden uit een zeer goedkoop soort wollen lappen, waartusschen groote stukken papier waren vastgenaaid. Geen wonder dat de arme meisjes bijna allen hoestten en half ziek waren van de koude.

Hoe het zei, de Volendammer-dracht is heel wat "menschelijker" dan die van Marken. En bestaat hier geen, of geen merkbaar verschil tusschen de dracht der kinderen en die van de volwassenen? De vrouw is gekleed in lang withemd met korte mouwen. Daarover komt de wollen half lange borstrok. Daarover het "rompje", zonder mouwen, even over de taille rijkend, van voren sluitend met haak en oogen.

Zij maakte het touw los, vouwde het papier open en hield toen een rood wollen kapje in de hand, precies gelijk aan dat, waarmee Frits haar het eerst gezien had. "Dank je wel," zei ze. "Hoe aardig!" "Laat ik het je nu eens even opzetten," zei Frits, haar den hoed van het hoofd nemend. "Zoo, eerst moet al dat springerige haar goed glad gestreken worden.

De waarnemingen waren gedaan, en de uitrusting was aan boord gebracht. Ik had aan ieder van de deelnemers aan de expeditie van onze dikke wollen onderkleederen, IJslandbuizen en Nansenkleederen uitgedeeld, en dus waren we voorbereid voor het verblijf tusschen het ijs. Den 6den Augustus waren wij vóór Upernivik, waar zich honderden van ijsbergen hadden verzameld.

Zij streek snel het haar glad, keek of het strikje nog stevig zat om het stijve, korte vlechtje, zette haar hoed op, trok de wollen handschoenen aan en knielde toen neer voor haar bed. "Help mij, lieve Heer!" smeekte ze met een korten, nijgenden snik, terwijl ze hare handen tegen haar gezicht drukte. Toen stond ze op, keek nog eens om zich heen en ging terug naar de andere kamer.

«Ontkleed het kindje, leg het op tafel, Livinasprak de zieke moeder tot hare dochter, neem een wollen doek en wrijf het arme schaapje tot het bijkomt....» en uitgeput liet de zieke het hoofd weer op de peluw vallen. Livina deed zooals de kranke had gezegd.

Hier werd de mestkever in een ouden, halfgebroken klomp gezet, daarop werd er een stokje voor mast ingestoken, en aan dezen mast bond men den mestkever nu met een wollen draadje vast. Nu was hij schipper en moest zeilen. De vijver was zeer groot, den mestkever scheen het een oceaan toe, en hij verwonderde zich daarover zoozeer, dat hij op zijn rug viel en met zijn pooten lag te trappelen.

Hij zag er alles behalve aantrekkelijk uit, met zijne lange haren ongekruld en woest over zijn bleek gezicht hangende, in een verschoten kamerjapon, op wollen kousen en versleten pantoffels. "Gij hier, mijnheer Hildebrand?" zeide hij bij het inkomen. "Ik had een boodschap aan u," antwoordde de toegesprokene. "Charmant, charmant!"