Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Toen zette hij zich zeer vermoeid aan den rand van een gelen akker om te rusten; hij leunde achterover om naar een vroege bij te zien, die gonsde in 't ochtendlicht, een zachte koelte speelde door de bladertjes van een populier, zijn oogen sloten en hij sliep in tusschen het koren, waarvan enkele aren rustig wieglend over hem neder bogen.

Wij vinden geen tijd, om verder bij de historische herinneringen dezer plaats stil te staan. Door een landschap, dat de Zeeuwsch-Vlaamsche dichterboer Faro aldus schetst: Hier ziet men popels, daar abeelen, Ginds bloeiend vlas en golvend graan Door zoele westenwindjes streelen, Of wieglend op en nedergaan.

De vrouw met den dikken buik, wieglend, zoet van gebaar, stond bij de chipsmakers, verkocht zeep, lucifers, sigaren. En nog éens huiverde over de muren 'n teer-blauwe golving, trillend doorwaaiend de zalen waar de hoofden bogen naar de schijven en de lekkende tongen der verstelpitten roodelijk weken.

"Tegenover Jizo's altaar Bloeien nu de kerseboomen, Aan de wiegelende takken Rijke bloesems zijn gekomen. "Tegen 't mos de rose scheemring, Takjes door den wind bewogen, Toonen 't beeld in al zijn kalmte, Als de zon verlicht de oogen. "'k Pluk een tak in de ochtendscheemring, En een stroom van rose blaâdren In welriekend frissche luchten Zich op 't wieglend gras vergaadren".

Mager van woede, de oogen uitpuilend, spuwde hij naar den grond, liep de kinderen op 't matras voorbij, smeet de deur met bonzend geweld achter zich toe. "Wat 'n mamsertòmme!" , zangerig zei Essie, 't bandeau-hoofdje in de handen wieglend. Verlegen stilte bleef tot Dovid's voetstappen niet meer op de trap werden gehoord. Dan kwam gepraat van alle kanten.

't Licht der kaars, zacht-zwabberend vlammetje, wieglend op 'r adem-beweeg, zwol schaduwen langs 't behang, schaduwen tegen 't plafond, schaduwen op de witte bedgordijnen. 't Huis was één pijnigende stilte. Meneer, mevrouw, juffrouw Amélie, Kobus alles sliep. In de benedengang tikte de klok, zwaar van klepel-gang.

Om de gunst van Ran te winnen, zorgden de Noormannen er voor, wat goud bij zich te bergen als een of ander bijzonder gevaar hen op zee bedreigde. Goud op verre tochten Is vol macht en vreugde; Die met leege handen Tot de blauwe Ran gaat, Kust zij koud, en wieglend Is dan haar omhelzing Maar wij schenken aan de Zeebruid goud het zuiverst. De golven.

Zij, wieglend op den rand van 't bed, sloeg neer ze 't eerst, dwazerig spelend met 'n punt van de deken. "Rebecca Rebecca! Waar zit je?"... Poddy schreeuwde beneden de gang door. Gehurkt in de bedstee, kreunend en vloekend, hield de poolsche jood de deur open. Z'n stok kromde als een hand om den knop, viel op den grond toen ze de trap af kwamen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek