United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie is ’t?” vraagt de agent. „Hij hiet Walten en speulde op de kemedie,” antwoordt de hokkebaas. „Zeg!” hij wendt zich tot de werkvrouw, die naast den stoel van Annette staande, zwijgend toekijkt, „zeg! jij zelt er wel ’t fijne van weten?”

Denkt u één oogenblik in, met vrij erge hoofdpijn om half zeven 's morgens te staan voor een doktersgezin, bestaande uit een zieke moeder met haar jong geboren kindje, vier schoolgaande kleuters van zes tot tien, een bijzonder hulpbehoevend meisje van vier jaar, een kinderjuffrouw aan influenza lijdende te bed en het pas ontvangen bericht, dat de werkvrouw en het dagmeisje, beiden door ongesteldheid verhinderd zijn te komen helpen."

En ze gingen te zamen weer heen, Grietje en Geurt, en ze zeiden niets; en Grietje bracht de haring in 't koolblad gewikkeld, aan hare moeder terug; een mootje zou Toon misschien verkwikt hebben; maar, Toon at geen haringen meer, en de werkvrouw vond het een ijselijkheid dat ze door Grietjes ziekte zoo niets had kunnen toebrengen om Toon te gerieven.

Zij maken zich wijs, dat het uit de reinheid der ziel voortkomt, wanneer dames en waardige mannen niet met elkaar weten te praten, en aan hun stompheid hebben zij den naam fatsoen gegeven, alsof slechts een dame fatsoenlijk zou zijn, die alleen met haar knecht of werkvrouw of bakkersvrouw praat.

Hij liet den knecht de post uit de bus halen, zei dankje, en liet 't stapeltje naast zich liggen, quasi-ingespannen schrijvend een brief aan een klant. Toch verbeeldde hij zich dat Bram en de werkvrouw achter zijn rug elkaar vragend aankeken en even fluisterden.

"Je zou anders den gulden dadelijk gevonden hebben. Hij lag haast voor het grijpen. Vermoedelijk heeft de werkvrouw, toen ze vanmorgen de kapstokken schoonmaakte, en ze den mantel verhing, het beursje uit den mantelzak laten vallen. Ze zal niet bemerkt hebben, dat het was opengegaan en dat de gulden er uit gerold is." Argeloos namen we dit allen voor goede munt aan.

't Sprak vanzelf dat mevrouw, toen haar echtgenoot zich had verwijderd, ten einde zich na een vervelende reis eenige oogenblikken in den fraaien aanleg te verpoozen, haar gedienstige de vraag deed, wat de oorzaak van het terugblijven der werkvrouw geweest was.

Leendert de knecht, draafde de gang door, de trappen op, de trappen af, naar de keuken, naar de plaats, en dan weder van voren af aan, altijd met iets in handen, zoodat mevrouw er mede te doen kreeg, en Leendert beval, zich niet zoo vreeselijk te vermoeien; maar, o, , daar wist Leendert niet van: hij had in die dagen vooruit, wel anders geslaafd, en 't meeste wat hem speet was, dat mijnheer en mevrouw den boel buiten de schuld van hem en de meisies tóch niet in 't fatsoen zouden vinden, omdat die werkvrouw zoo nalatig was gebleven en hem en de meisies voor alles alleen had laten zitten.

"Ja Aaltje, ik kom terstond," antwoordde het meisje een weinig onthutst, en, terwijl de werkvrouw met een: "Asjeblief," den aftocht blies, en de blonde haar minnaar verzocht, de nog brandende lamp uit te draaien, terwijl zij zelve de voorwerpen waarmede zij werkte opnam, prevelde Willem iets van: "Dat oude vel!" maar had geen tijd om een enkel woordje tot de beminde te spreken, want, geen vijf seconden na Aaltjes vertrek, was ook Elsje verdwenen.

Jeannette beet zich op de lippen. Mevrouw, die wel wist dat hare dochter in zulk een gesprek weinig behagen schepte, zei kort af: dat het daar nog ver van af was, waarop de werkvrouw nog een bewonderend: "Ei, ei, 'en knap stuk vrouw-mensch!" ten bescheid gaf.