United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen, 't is een Ambachtsman, een ongelettert gast, Die nu de gantsche rey van Helicon verrast, Die noyt gezeten heeft aan Grieks of Roomsche disch, Wijst nu de weerelt aan, wat dat een Treurspel is. Athenen las het spel, en sprak: ik schrijf niet meer; Die ons door glas verlicht, verduystert al ons eer."

Van de Waereld met Van Weerelt, Oldewelt, Wereldsma, enz. zijn op bl. 363 reeds behandeld. Het vagevuur komt, voor zoo verre my bekend is, in geslachtsnamen niet voor. Een Paradies met Paradis, enz. is op bl. 371 al vermeld geworden. In der daad kwamen hemel en hel oudtijds wel als huisnamen voor. Van Lennep en Ter Gouw noemen eenige voorbeelden daarvan op, in hun werk De Uithangteekens.

Wat is hy overstout, Die leven, lijf en ziel Den lichten wint betrout Op 't drijven van een kiel. En stuyft ter weerelt uyt, Daer loot geen gronden peilt, Daer 't schip aen starren stuyt En door de klippen zeilt.

zegt Vondel, en zijn levensbeschrijver merkt aan, dat hij het bewees, "weinig jaren voor zijn doodt naar Keulen reisende, en zijn vermaak neemende met op de bedtsteê te klimmen, daar hij ter weerelt quam." Men kan dit gezegde van onzen dichter maandelijks als motto aantreffen voor den Staat der runderen, schapen, varkens enz., die zich in de Bedelaarskoloniën van ons dierbaar vaderland bevinden.

»De Wereld," als een wereldbol, soms ook, b. v. in myne jeugd te Leeuwarden nog, als eene zinnebeeldige voorstelling van het geheele zonnestelsel afgebeeld, was oudtijds ook een huisteeken dat veel in gebruik was. De geslachtsnamen Van de Waereld en Van Weerelt zijn er aan ontleend. De friesche geslachtsnaam Wereldsma heeft echter met dit woord wereld niets te maken.

En verder: »dat daer benevens d' Edele Welgeboren Heere, Heere George van Arckel onze lieve weerden Heere, wiens ziele God genadigh zij, ende met sijne Edele Huys off sloth voors. ter selver tijt mede verbrant is worden en den sesden dagh daer na deser weerelt over leeden, gelijk ook in den voors. brand te niete gegaen ende tot assche gekomen is Zijne Edele huysraat, meubilen, juweelen, boeken, brieven en papieren, als doen op den voors.

Als hij bij voorbeeld begint te bemerken, dat zijn geldbuidel slechts weinige sequinen meer bevat, en hij bedenkt, dat hij te huis nooit voor geldgebrek te vreezen heeft, of als hij na een vermoeijenden togt op een hard en morsig leger de rust te vergeefs zoekt, dan, ja dan zou ook hij gaarne "zijn vermaak neemen met op de bedsteê te klimmen, daar hij ter weerelt quam."

II. 336 in Vondels vertaling: "Oock geloof ick niet dat de weerelt in eenigh ander saizoen geboren wert, of in den aenvangk eenen anderen toon hielt; het was toen lente: de groote werelt quam met de lente te voorschijn, en d' oosten wint hielt zijnen kouden adem in, toen de dieren eerst het licht zagen." 43 Het uur des daags en het zoete S: deze woorden zijn subject.