Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 november 2025
Cosette stond op, wandelde langzaam door den tuin, over het met dauw bevochtigd gras, en zeide in de soort van treurig somnambulisme, waarin ze gedompeld was: "Wanneer men op dezen tijd in den tuin wandelt, heeft men waarlijk wel klompen noodig. Men wordt er verkouden." Zij keerde naar de bank terug.
In de Zuidzandstraat, omtrent St-Salvators kerk, wandelde een ridder met langzame stappen over en weder. Hij scheen in diepe overwegingen verslonden, want alhoewel hij meesttijds met eenen somberen, strakken blik de oogen ten gronde hield gericht, hief hij nu en dan het hoofd op en glimlachte, alsof eene verblijdende gedachte hem door den geest schoot.
Nadenkend over de wijsheid en voorzichtigheid van dien uitgezochten ambtenaar, wandelde ik voort tot aan de Visagrapoort, een massief bouwwerk, dat tot den tijd van Karel V opklimt, en door zijn nauwheid een groote last is voor de muilezeldrijvers.
"De geest is ook een tuin," zeide hij. Tegen den middag, wanneer het weder fraai was, ging bij uit en wandelde op het veld of in de stad, en vaak trad bij de hutten binnen.
Liesje wandelde in den tuin op en neer en zag tusschenbeide angstig naar de ramen der woonkamer; eindelijk ging zij weder in huis, maar daar ging ook juist tante de kamer binnen en wenkte haar, buiten te blijven. Vol bange voorgevoelens zette zij zich op de steenen bank onder het raam.
En aan zijn voet wandelde met langzamen veerkrachtigen pas de 70-jarige Whymper omhoog, zoo nu en dan opkijkend naar den reus, dien hij thans 44 jaren geleden voor het eerst besteeg na acht vruchtelooze pogingen.
Eenige dagen na dit voorval wandelde de prins in den tuin; plotseling zette zijn vriendin, de duif, zich op zijn schouder neer.
Door den langen rit waren zijne ledematen stijf geworden, daarom wreef hij zich de handen, stampte met de voeten, wandelde wat op en neer, bij tijd en wijle onderzoekend rondziende, alsof hij iemand verwachtte. Toen zich echter nergens aan den horizon eenig teeken van leven vertoonde, was hij blijkbaar teleurgesteld en hervatte hij zijn wandeling.
De geiten graasden langs de helling van den heuvel en de jongen huppelden om hen heen. »Waarschijnlijk zijn dit nu," dacht ik, »de eenige voedingsmiddelen van deze arme monniken." Ik wandelde terug naar Port Praya en keerde aan boord mijner drijvende gevangenis, den slavenhaler, weder.
"Dan is de zaak in orde," zei doktor Faust. "Jij 't been en ik 't geld." "Ja," antwoordde de herbergier. "Ja, dan is 't in orde." Zoodra de geleerde man op straat liep, groeide hem 't rechterbeen weer aan, en hij wandelde nu net als de gewone menschen. Nog meer wandaden haalde doktor Faustus uit. Hij stelde voor, om op de Langepijp te gaan staan, met stroo onder zijn arm.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek