Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Overal dezelfde schoone, indrukwekkende landschappen, rijk aan afwisseling en toch zoo geheel hetzelfde karakter dragende. Met stille verrukking dwalen wij door de dennen- en berkenbosschen, waar de fiere stammen als zuilen ten hemel rijzen, en in het dichte kreupelhout kleurige bessen en bleeke noordsche bloemen den wandelaar aanstaren.
"De naam van de buurten staat op de hoeken der straten," zegt een medelijdend voorbijganger. Ja, hij staat er; maar 's nachts is 't zoogoed als stond hij er niet. Intusschen heeft onze wandelaar de klok van de Westerkerk halftwaalf hooren slaan: hij begint te vinden dat de Keizersgracht lang is: en hij is nog maar aan de Leidsche gracht.
Was het vreemd dat, zoodra het beeld van Joost Van Meerle zich aan zijn geest vertoonde, er zich een nog pijnlijker trek dan gewoonlijk over zijn gelaat verspreidde? Vreemd? Evenmin als het vreemd is dat de wandelaar, die in het vriendelijke morgenlicht zijn weg vervolgt, den nacht niet terugwenscht, die hem belette de gevaarlijke punten op zijn pad te ontwijken. Vreemd?
Het tweede roept den wandelaar toe, niet voorbij te ijlen, maar te lezen, wie door den boozen dood in dit monument geplaatst is, Shakespeare, met wien de natuur zelf stierf, wiens naam meer dan alle praal zijn tombe versiert, daar al wat hij geschreven heeft, toont, dat de levende kunst slechts dienstbaar was aan zijn geest.
»Een weinig slapens,« roept de Heilige Geest door Salomo, »een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende, en uw armoede zal u overkomen als een wandelaar en uw velerlei gebrek als een gewapend man!« En zie wel toe, dat ge dit nu niet aanstonds op het geestelijke overbrengt. Neen, het geldt eerst van uw beroep en van uw huislijk leven.
Den heuvel, het is zeker, zou een wandelaar, die er niet opzettelijk aandachtig op werd gemaakt, allicht voorbijloopen zonder iets van zijne aanwezigheid te bespeuren; ik geef hem vermoedelijk méér dan zijn rechtmatig deel, wanneer ik hem eene hoogte toeschrijf van wel twaalf voet boven de omliggende poldervlakte.
De christen wandelaar ontdekt eerbiedig het hoofd, en dankt inwendig ons Vlaamsche volk om zijne godsdienstige overtuiging. Eenige stappen verder vinden wij eene hofstede. Vóor het woonhuis ligt eene groote weide. Ten jare 1821 poogde M. van Hoobrouck, van Mooregem, den wijnbouw te drijven op de zuidelijke helling des bergs. De oogst van 1827 was nog al bevredigend.
Het zien van zijn vrijheid wekt de anderen op en onmiddellijk werpen ze zich op den wandelaar, gelukkig met die gelegenheid, om eindelijk eens op elkander te kunnen aanvallen. Maar ze hadden buiten de muilbanden gerekend; er vlogen enkele haren als eenige trofeeën. Dit was maar een schermutseling; toen eenmaal de strijdbijl was geworpen, werd het gevecht weldra algemeen.
Ik herken ze niet meer, die lachende, levendige, bevallige omstreken van Parijs; die Seine, steeds door tallooze vaartuigen doorkruist, wier wateren spatten onder den maatslag der riemen. Wat ik nu zie, is een woestijn, een naakte, treurige, huilende wildernis. Geen wandelaar of reiziger op de wegen, geen enkel rijtuig, geen enkele spoortrein.
Nochtans was die wonderlijke pelgrim geen wandelaar; de landen die hij zo goed scheen te kennen had hij slechts in zijn jongheid bezocht, en wist niet veel meer van hetgeen hij er gezien had; maar wanneer het geheugen hem ongehoorzaam was, kwam zijn inbeelding hem helpen; dan vertelde hij bovennatuurlijke zaken en lachte in zichzelf over degenen die hem geloofden. Het was Diederik de Vos.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek