United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik ben zoo blij, dat u gekomen bent!" zei ze, terwijl ze plaats nam tusschen Elinor en Marianne; "want 't is zulk slecht weer, ik was bang dat u niet kwam; en dat zou ellendig zijn geweest; want morgen gaan we weg. Dat moet wel, omdat we de volgende week de Westons te logeeren krijgen, weet u?

"Ik ben grooter, ik weet het zeker; heusch!" riep Dorothy opgewonden. Zij bleek inderdaad grooter dan Hedwig te zijn, al was het geen "half hoofd" en triomfantelijk liep zij nu de kamer uit om haar japon te halen. "Alleraardigst om dadelijk met dat aanbod aan te komen," zei Hedwig. "Ja, 't is een lief schepseltje! Als dat witte japonnetje jou nu maar past en goed staat; je bent gelukkig niet dik!

Danilo had dit huisje geërfd: zijn vader, die het van zijn vader gekregen had, die het ook weer van den zijnen had gekregen, had het hem bij zijn overlijden nagelaten. Ik weet niet, hoevele geslachten van de Tsjabanes daarin wel gewoond hadden.

"Ik weet het," zeide Madzy, met een afkeerige beweging, "uw zwaard is ras geneigd, de scheede te verlaten. Maar uw voorwaardelijk aanbod is onvoldoende. Wie heeft aan Adeelen die valsche berichten medegedeeld, zoo gij het niet geweest zijt?" "Ik heb hem niets dan de waarheid gemeld," zeide Reinout: "de tevolgtrekkingen en de wijze van voordracht zijn van hem.

Voor zoo ver ik weet, werden hier voor het eerst in de poolstreken kisten als bouwmateriaal gebruikt. Als men iets heeft, waarmee men ze kan vullen, zou ik er de voorkeur aan willen geven boven elk ander materiaal, heeft men echter geen zand, dan is het er anders mee gesteld.

Aan den anderen kant ligt het systeem natuurlijk buiten zijn bereik, wat aangaat het wijzigen der voorschriften. Ik twijfel niet of hij moet dagelijks veel zien wat hij voor onrechtvaardig, stompzinnig en wreed houdt. Maar zijn handen zijn gebonden. Vanzelf weet ik niets af van zijn eigenlijken kijk op het geval van A.2.11, evenmin als van zijn opvattingen over ons tegenwoordig stelsel.

Hij zette zich, plaatste zijn hoogen hoed naast zich op den grond. Ik stoor u niet, mevrouw? Volstrekt niet. Ik wacht mevrouw Van Attema en haar dochters. U was zoo beleefd me een kaartje te brengen. Maar u weet zeker, dat ik geen menschen zie. Dat wist ik, mevrouw. Misschien heeft u wel aan die wetenschap de indiscretie van mijn bezoek te danken. Zij zag hem koud, beleefd, glimlachend aan.

Je verzet je tegen mij, niet omdat je niet anders kunt, maar omdat je niet wilt erkennen, dat machinewerk boven handenarbeid staat. AUNE. En u houdt er juist zoo aan vast, omdat u weet, dat u de pers althans uw goeden wil toont, als u mij weg jaagt.

Nog kan men den goddelijken glans zien stralen door de lompen, nog ziet men de leeuwenmanen door de ezelshuid heen. De tijd heeft ons ruw behandeld, maar als wij hier zijn, wordt de smidse een Olymp en de kavaliersvleugel een Walhalla. "Maar, Uwe Excellentie, wij waren niet voltallig. Gij weet wel, dat in groep van twaalve der oude poëzie altijd een Loke, een Prometheus, een Ganelon moest zijn.

Nu het water op den bodem van den afgrond is gekomen, herneemt het zijn waterpassen stand en voert ons mede omhoog." "Waarheen?" "Dat weet ik niet, maar wij moeten ons op alles voorbereid houden. Wij stijgen met eene snelheid, die ik op twee vadem per seconde bereken, dat is honderd twintig vadem per minuut of meer dan twee en een derde uur gaans per uur. Op die wijze vorderen wij goed."