Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Nu is 't voorbij: een frissche lugt Omringt mij, waar ik ga, en doet de vogels zingen. Ik zie een nieuwen glans op boom en veld en vrugt; Maar, eeuwig God! gij blijft gedugt, Zelfs in uw zegeningen. Wat zie ik, Caatje! hoe, gij beeft? Ach wilt daar nooit voor vreezen! 't Is een geschenk, dat God ons geeft, En daarom, lieve meid, moest Caatje dankbaar wezen.
Ik heb dan gewagt, tot dat ik weder in die gesteldheid geraakte, in welke ik mijne eersten vervaardigd heb; en het is de vrugt van die uuren, welke ik nu wederom aan onze kinderen aanbiede; in hoop dat dezelven even zo mogen behagen als de eersten. Ik had lang mijne gedagten laten gaan, en zelfs eenige middelen aangewend, om eenige kunstplaatjes bij deze kinderversjes te voegen, toen mij de Hr.
Zie bl. 93 en 94. De maagschapsnamen Stam, Bloem, Vrugt, enz. bovenvermeld, zijn aan algemeene woorden ontleend. Meer byzonder zijn de geslachtsnamen, van de namen van byzondere bloemen en vruchten afgeleid. Als zoodanig noem ik hier in de eerste plaats de geslachtsnamen De Roos, Roos, Roose, Rose, Roze, met Witteroos en Meyroos.
Ook mag het geen kwaad wanneer hier en daar het kinderlijk verstand eene kleine zwarigheid ontmoet, en daar door tot vragen en praten wordt opgewekt. Wanneer ik het genoegen had, dat deze gedigtjens goedgekeurd en met vrugt gebruikt werden, zou ik met vermaak nu en dan een blaadjen voegen bij het geen ik thands aan mijne Landgenoten aanbiede.
Juist in dezen zelfden tijd, 1782, schreef de dichter H. van Alphen aan zijn vriend mr. J. P. Kleyn: »Haast niet, maar wikt. Laat de keuze van eene levensgezellin de vrugt zijn van een rijp beraad en van een ernstig, aanhoudend, opregt en vertrouwend gebed.
Daar aan die takjes vrugt zou komen, Gelijkge ziet. Een boom, die al te veel moet dragen, Verliest zijn kragt; Ook zou de vrugt zo niet behagen, Als gij verwagt. Uw vader heeft graag goede peeren: DE VADER. 't Is wel gezegd: En 't deel van die te veel begeeren Is doorgaands slegt. Denk niet, lieve speelgenooten! Dat de tijd mij heeft verdroten, Toen ik gistren zat alleen.
Zo dat hy weinig vrugt in 't land deed, en wierd van de ongeloovigen dood geslagen. In den jaare 61, is Dibbald tegen de Duitschers opgetrokken, doch keerde met verlies van 800 mannen schandelyk weder naar huis. In den jaare 62, quamen de Deenen, opgemaakt van de Duitschers, Friesland plonderen en verwoesten 6 geheele jaaren lang; want Dibbald lag ziek te bedde.
Wij kunnen ons niet genoeg verwonderen, als wij de werken van CARTESIUS, GASSENDUS, NEWTON, MUSSCHENBROEK, en anderen der eerste opdelvers van waarheid, inzien, hoe zeer bedekt de eenvoudige waarheid, nog voor hun geweest is; hoe groote omwegen dat hunne verbeelding heeft moeten neemen, om slegts een gering deel derzelve te ontdekken; wij, die al deze oude kraamerij, slegts vermaakshalven eens inzien, vinden thands den weg tot kennis in de natuur der dingen, veel eenvouwiger: wij hebben daar toe een zeeker middel uitgevonden, dat alles als in een punt samentrekt, eene zekere bestendige werking en wederwerking, zo wel in het rijk der natuur als der zeden; een geduurige middenpunt zoeking en afwijking; een trachten naar evenwigt, dat altijd verbrooken wordt, waardoor de geheele schepping in werking blijft, zo dat wij nu zeer gemakkelijk, uit slegts ééne zeker gevonden waarheid, een besluit tot verscheidene anderen kunnen maaken: wij doen dat niettemin met veel behoedzaamheid, en, zo dra wij onze afleidingen niet zonneklaar kunnen betoogen, houden wij dezelve nog voor onbekende zaaken en desiderata; zonder in de droevige en het menschelijk verstand in een' poel van dwaaling stortende, gewoonte te vervallen van stelselen, of Systemata, te bouwen op de zandgronden van onzeekere onderstellingen, of Hypothesen; wij komen dus zelden in het zo belachgelijk als vernederend geval van den Wijsgeer DEMOCRITUS, dien eens een comcomber, van welke vrugt hij een groot liefhebber was, voorgezet wordende, 'er zekeren ongewoonen zoeten smaak aan bespeurde; welk verschijnsel hem bewoog, om op de oorzaak dezer zonderlinge zoetheid in die vrugt te peinzen; hij zogt die in het water, dat dezelve besproeid hadt; in de aarde, waar in zij gegroeid was; in de gesteldheid des dampkrings geduurende heuren groei en in duizend andere toevallige oorzaaken; maar, terwijl hij daarover zig geheel weg gedagt hadt en op 't punt stondt om analytisch de oorzaak dezer zoetheid te ontdekken, stoorde een slaaf, door zyn onbesuist en verlegen inkomen, al zijn geestverrukking, met deze woorden: Och lieve meester! neem het toch niet kwalijk, de comcomber die ik u zo even bragt, is bij ongeluk in een pot met honig gevallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek