Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Stelling VII. De orde en het verband der voorstellingen zijn dezelfde als de orde en het verband der dingen. Bewijs. Dit blijkt uit Ax. IV Deel I. Want de voorstelling van elk veroorzaakt ding hangt af van de kennis der oorzaak waarvan het een uitvloeisel is. Gevolg: Hieruit volgt dat Gods vermogen tot Denken gelijk is aan zijn vermogen om feitelijk te handelen.
Ze vonden het heel gelukkig voor die »lieve juffrouw Muller", die toch de eigen zuster was van het »ongelukkige mensch", dat deze laatste zoo »stapel" krankzinnig geworden was. Deze wijsbegeerte der dames De Milde had veel voortreffelijks van practisch standpunt. Het publiek maakte zich snel eene voorstelling in haar geest. Jhr.
Jong gevangen Rendieren worden zeer spoedig tam; men zou zich echter een verkeerde voorstelling vormen van een tam Rendier, wanneer men het, wat zijn onderworpenheid aan den mensch betreft, met onze huisdieren ging gelijkstellen.
Hy geve zich rekenschap van de grootsche opvatting van dat gebouw, in de ziel des bouwmeesters Gerhard von Riehl ... van 't geloof in de harten des volks, dat hem in-staat stelde dat werk aantevangen en voorttezetten ... van den invloed der denkbeelden die zùlk een kolos noodig hadden om als zichtbare voorstelling te dienen van het ongezien godsdienstig gevoel ... en hy vergelyke deze overspanning met de richting, die eenige eeuwen later het oogenblik deed geboren worden, waarop men 't werk staakte.
Ik weet geen enkele geldende reden om de voorstelling af te kondigen. U moet er één vinden. Ik zeg u, dat dit niet gaat. U moet spelen en als u weigert, zeg ik zonder omwegen, dat u met het publiek een loopje neemt. Dus u eischt, dat ik speel? Ja mevrouw. Goed, dan zal ik spelen. Maar ik waarschuw u, dat ik morgen er ziek van ben en ik in twee weken niet meer optreed.
Eensklaps riep Fantine, te midden dezer stilte: "Ik hoor haar, mijn God! ik hoor haar!" Zij stak den arm uit, opdat men niet zou spreken, hield den adem in en luisterde in verrukking. Op de binnenplaats speelde een kind, het kind der portierster of van een werkster. 't Was eene dier toevalligheden, welke men zoo vaak ontmoet en die tot de voorstelling van treurige tooneelen schijnen te behooren.
De krijgsbedrijven van Groote Pier heb ik met opzet eenigzins uitvoeriger behandeld, omdat het algemeen gevoelen over dezen persoon zoo onbestemd of liever zoo ongunstig is, vooral bij Hollandsche schrijvers. De door mij zoo hoog geachte Jhr. Mr. de Bosch Kemper noemt hem in zijn voortreffelijk werk: Geschiedk. Onderzoek naar de Armoede in ons vaderland, Haarlem 1851, bl. 69, nog: "de Geldersche Zeeroover Groote Pier." Even verkeerd is de voorstelling van den Heer D. R. Erdbrink te Enkhuizen, in het Leeskabinet voor Mei 1852, ook als hij meent, dat Pier de Saksische Zwarte Hoop, groot 3
Aan onze moeder.... dachten de jongens te gelijker tijd, want ze wisten, sedert de eerste voorstelling, er alles van, maar ze zeiden niets. Aan de edele Crispina, herhaalde de dominus, verwonderd, dat ze niets zeiden. Weet je, jongens, het gaat me aan mijn hart. Ik hoû van jullie als van mijn eigen kinderen, al zijn jullie bengels.... Waarom doe je het dan ook, dominus!
Hij heeft echter niet het belang begrepen van de oorspronkelijke voorstelling van het gedicht. H. Steffens. Toespeling op zijn Beiträge zur inneren Naturgeschichte der Erde. 1801. Vgl. daarover R. Haym. Die romantische Schule. p. 626-630. Ibsen's twijfel aan den voortgang van zijn werk. Vgl. het gesprek tusschen Jatgeir, den skalde en hertog Skule in het 4e bedrijf van de Kroonpretendenten.
Maar nog scherper is de benauwing met de cerebrale smarten: de rouw, de vrees, het holle gevoel van een oneindig gemis en verworpenheid, de onzegbare haat tegen God en nijd over de zaligheid van al zijn uitverkorenen; in het brein niets dan verwarring en drukking, het bewustzijn vol van dwaling en valsche voorstelling, verblinding en wanbegrippen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek