United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij gelooft te weten, dat hij het vooroordeel van de schoolgeleerden en van de volgzame massa niet plotseling, doch tactvol-geleidelijk, moet te keer gaan. Een jaar na zijn Metamorphose der Pflanzen geeft hij zijn "Beiträge zur Optik" in 't licht.

BEITRAGE ZUR MIKROCHEMISCHEN ANALYSE EINIGER ALKALOÏDE UND DROGEN. Mit besonderer Berücksichtiging der Methoden von H. Behrens. Geïllustreerd. J.

F. COHN vermeldt in zijn werk, »=Beiträge zur Biologie der Pflanzen=" een geval van roode melk, ontstaan door Micrococcus prodigiosus, maar hij geeft niet op hoe dit fermentplantje in de melk kwam. =De blaauwe melk= maakte in de vorige eeuw reeds een punt van onderzoek uit. Om het groote gewigt der zaak moeten wij bij dit gebrek iets langer stilstaan.

Bij velen begint het rijpworden reeds onder het zouten, en in de pekel kan zich toch geen organisme ontwikkelen. De schimmelplantjes in sommige kazen roquefort, stilton komen door scheuren in het inwendige. Over het rijp worden der kaas heeft ook Dr. F. COHN in zijne ~Beiträge zur Biologie der Pflanzen~ gesproken.

Nu wil het mij voorkomen, dat Oskar Dähnhardt in zijn Beiträge zur vergleichenden Sagen und Märchenforschung den regel onjuist stelt, door te bepalen, dat telkens "Wanderung" moet worden aangenomen, zoodra sprookjes of sagen in meer dan éen motief overeenstemmen.

Hij heeft echter niet het belang begrepen van de oorspronkelijke voorstelling van het gedicht. H. Steffens. Toespeling op zijn Beiträge zur inneren Naturgeschichte der Erde. 1801. Vgl. daarover R. Haym. Die romantische Schule. p. 626-630. Ibsen's twijfel aan den voortgang van zijn werk. Vgl. het gesprek tusschen Jatgeir, den skalde en hertog Skule in het 4e bedrijf van de Kroonpretendenten.

Wij hebben derhalve geene verschooning te vragen als wij enkele regels afschrijven, welke voorkomen in het werk getiteld: ~Beiträge zur Biologie der Pflanzen, von~ Dr.

Langs psychologischen weg werd naar verklaring en schifting gezocht door Steinthal, Paul en Wundt. Zoo ontstond over dit onderwerp een uitgebreide literatuur, waarvoor ik verwijs naar het artikel van den Zweed Kjederquist in Paul und Braune's Beiträge XXVII, en vooral naar de zuiver opgezette en rijk gedokumenteerde studie van C. de Vooys in de Nieuwe Taalgids II, bl. 273 vlg.