United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze was heel licht en haast doorzichtig. Ze was, met die onwerkelijke stem, boven alle verlegenheid verheven. Ze was eenvoudig, en haar eenvoud had alle barreelen van het cerebrale treuzelwerk en alle misverstanden geweerd. Maar ze bracht Verlat in het nauw. De klank, die uit deze oprechtheid steeg, kwam klokken in zijne ijdele ziel met vervaarlijke geluiden.

Maar nog scherper is de benauwing met de cerebrale smarten: de rouw, de vrees, het holle gevoel van een oneindig gemis en verworpenheid, de onzegbare haat tegen God en nijd over de zaligheid van al zijn uitverkorenen; in het brein niets dan verwarring en drukking, het bewustzijn vol van dwaling en valsche voorstelling, verblinding en wanbegrippen.

Nooit bij hem rees een gevoel in eenklank met het uitzicht dat hij er aan gaf, omdat dit uitzicht steeds de uitslag was van eene voorafgaande cerebrale behandeling. Zijn gevoel zoo mag ik het noemen was de inspiratie die de bewerking van zijn geest ging bezielen en dan, naderhand, aanleiding gaf tot een literairen uitslag waarnaar hij zich uiterlijk gedroeg.

In 't algemeen zou het een studie overwaard zijn, eens na [p.67] te gaan, in welk een sterke mate Heine de moderne dichters en vooral die van joodschen stam beïnvloed heeft en nog ten huidigen dage beïnvloedt. Voor Nederland echter zou het resultaat vrij pover zijn. Om ons nu tot de joodsche auteurs te bepalen, lijkt mij Josef Cohen wel de eenige, die aan het vervaardigen van Heiniaantjes doet, of deed; van Collem is daar ongetwijfeld, blijkens zijn zeer raak typeerende wrang-joodsche schertsdichtjes te oorspronkelijk voor; de Haan veel te zwaar, te onspeels-ernstig en vooral in zijn stijl-natuur te van-Deysseliaansch-afgemeten en niet-uit-de-plooi-komend. En de Haan heeft waarlijk ook wel iets beters te doen, dan een ander bewust na te volgen. Zijn joodsche Liederen, in De Gids van 1910 verschenen, zijn van een zeldzame voortreffelijkheid. Het zijn juweeltjes van stemming en zich-in-liefde-herinneren. Het zijn verzen-met-geloken-oogen, in een diep-innerlijken droom verzonken en er zich niet van bewust dat hun droom uitspreken, en gehoord worden buiten zich. Het aan Het Joodsch Nationaalfonds gewijde gedicht in De Beweging van deze maand lijkt mij niet zoo uitmuntend. Het is dunkt mij te onvrij van min of meer cerebrale, bed