Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Zeer merkwaardig echter is het, dat die lust tot reizen, die binnen de grenzen van het Russische rijk de kramers en boeren, de visschers, jagers en kozakken, als de sappen in een boom, zoo levendig heen- en weergedreven heeft en nog drijft, dat deze overal nomadiseerende volksverhuizing bijna nooit de grenzen van het Russische rijk overgetrokken is.

Door het vinden van spermaceti in de Deugling-traan steeg de prijs van dit artikel aanmerkelijk, hetgeen het sein gaf tot de meedoogenlooze vervolging, waaraan het dier tegenwoordig is blootgesteld van de zijde der Engelsche en Noorsche visschers. In 1891 hielden niet minder dan 70 vaartuigen zich met de jacht op Deuglings bezig; zij vingen er niet minder dan 3000.

Het had juist geregend en het was alsof zij konden zien, dat het gras 's nachts groener was geworden. Drie visschers kwamen met hun manden op den rug van het strand. Onwillekeurig bleven zij stil staan en hielden de handen boven hun oogen, zooals men doet voor een sterk zonnelicht. "Veel geluk," zeiden zij, terwijl zij hun geharde knuisten uitstaken om hen flink de hand te schudden.

"Ik hoop voorwaar van neen," antwoordde ik, mijn best doende om een opgeruimd gezicht te zetten: "wij bevinden ons hier niet op een onbekende kust noch bij een onbewoond land. Er zwerven hier altijd zooveel visschers rond, dat het wel wonder zoude zijn, indien men ons niet bespeurde." "Ach Kot! 't zal wel de laatste maal seijn, dat ich op 't water kom," zeide Weinstübe.

Zij vertelden dat zij de palingen gevangen en het net gevonden hadden. Maar de visschers lachten om die verklaring. "Dat zou al heel toevallig zijn, burgemeester," zei een van hen. "De jongens kwamen uit de richting van onze vischbijtjes, en zij hadden het net in de hand, met een flink zoodje paling daarbij.

Het groote ideaal van mijn leven op literair gebied is nog eens een roman te kunnen schrijven over de visschers. We zijn altijd een visschersvolk geweest, en je hebt schilders genoeg die hun onderwerpen in onze zeedorpen zoeken, maar literair heeft nog niemand daar iets van gemaakt. Met de visschers in "Op hoop van Zegen" van Heijermans staat 't net als met Cremer's boertjes.

De lafaard was met alle kracht zijner pagaai gevlucht. Bijna had hem dit een ongeluk bezorgd. De visschers hadden hem inderdaad bespeurd; maar zij konden niet vermoeden dat zich onder dat zeehondenuiterlijk een menschelijk wezen bevond. Zij maakten zich gereed naar hem te visschen, zooals zij naar een dolfijn of een zeekalf zouden hebben gedaan.

Wanneer hij met zijn visch terugkwam en er stond een stevige bries, dan was er een merkwaardig staaltje van zeemanschap te zien. Nooit zou hij pal tegen den wind in vliegen, maar steeds laveert hij, alsof hij dat kunstje had afgekeken van de visschers aan de kust, wanneer deze met tegenwind naar land terugzeilen.

In de eenige straat van de stad wordt op het oogenblik een groote vischmarkt gehouden. Er waren hoopen kolossale karpers onder zware blokken ijs, karpers, die de Donau bij het hooge water van de laatste dagen in haar zijtakken heeft opgestuwd en die toen spoedig in de netten van de visschers zijn geraakt. Die visschen, waarvan het gemiddeld gewicht tien

Dit kostbare vleeschvretende dier, waarop de visschers fel jacht maken, wordt hoe langer hoe zeldzamer, en huist thans voornamelijk in de noordelijke streken van den Grooten Oceaan, waar het mogelijk weldra geheel zal uitsterven. De matroos van de Nautilus nam het dier op, hing het over den schouder en wij vervolgden onzen weg.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek