Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


«Nu ja, dat weet ik wel," zei de eerste weêr, «een dag als een andere, maar die eeuwige regen." «Men zou met evenveel recht kunnen zeggen," hernam de tweede, «die eeuwige zon, 't eene staat tegen het andere. Ik voor mij mag regen wel, ik vind het opwekkend dat vallende water, het leeft en beweegt.

In mijn dagboek vind ik over deze reis het volgende: 23 November 1912. Half zeven vertrek uit Tobelo. Aan boord de civiel-gezaghebber en mijn persoon, een Madoereesche motorist en tevens stuurman, benevens een gevangene als matroos. De zee is hol, er staat een sterke bries, zoodat de boot geducht schommelt.

Meneer, u weet niet, hoe 't me spijt, maar ik ben te verkouden. Kom, kom, het zal toch wel gaan, probeert u maar eens. Nee, wezenlijk! ... O, ik vind het zelf onaangenamer dan u denken zoudt. Kom, mevrouw, zeî mevrouw Berlage, doet u 't maar! en er kwamen van achteren verscheiden heeren en dames die de blonde weduwe van Borselen met smeekingen om toch iets te zingen overlaadden.

Laurie draaide het ringetje aan zijn vinger rond, en Amy legde de laatste hand aan de vluchtige schets, die zij al pratende gemaakt had. Daarna schoof zij die op zijn knie met de woorden: "Hoe vind je dit?" Hij keek en glimlachte wat hij moeilijk laten kon, want het was uitstekend gedaan.

"En wat zeg je daar nu wel van, Dorus?" vroeg dokter Abels, achteroverleunend in zijn stoel en met welgevallen het tweetal vóór hem beschouwend. "Vind je dat niet aardig om zoo'n jong paartje te zien, he? Misschien kom ik ook nog eens bij jou feliciteeren, als jij de bruigom bent. Je ziet vandaag weer wat bleeker dan anders; voel je je niet wel? 'n Beetje geïrriteerd? Heb je hoofdpijn?"

Wat mijn richting betreft: ik vind, dat er altijd maar één goede richting is geweest in de literatuur, nl. de richting, die goede kunst maakt. Maar je hebt ook altijd gehad allerlei partijtjes, die nog wat anders van de literatuur verlangen. Die willen er een of ander doel mee bevorderen, hun partijbelang b.v.

Zoo namen zyn gedachten een loop die veel verschilde van de vorige overspanning, en onwillekeurig uitten ze zich, eerst in halve woorden binnen'smonds, weldra in een alleenspraak, en eindelyk in den weemoedigen zang waarvan ik hier de vertaling laat volgen. Eerst was myn voornemen wat maat en rym te brengen in die overzetting, doch evenals Havelaar vind ik beter dat keurslyf wegtelaten.

Dat andere versje vind ik aardig, maar ... dat eeuwige duelleeren! Hy deed het gewoonlyk voor een ander. Hy trok altyd party voor den zwakste. Wel laat ieder voor zichzelf duelleeren, als men het dan volstrekt doen wil! Ik voor my geloof dat een duel zelden noodig is.

Ik vind alleen, dat het jammer is, dat je van hier zult weggaan, vóór je het bosch gezien hebt. Je weet, dat je stamgenooten tot lijfspreuk hebben, dat de eland één is met het bosch, maar je bent nog nooit in een bosch geweest." Grauwvel zag op van de klaver, waar hij van stond te eten. "Ik zou het bosch wel willen zien, maar hoe zal ik over de heining komen?" zei hij met zijn gewone slapheid.

Of is hij niet leelijk genoeg?" riep Douwes en ging weer verder. "Grootvader net een baviaan, omdat hij zoo leelijk is! Wel, dat heb ik nog nooit gezien! Ik vind hem zelfs wel mooi, en.... hij is toch zoo goed, o, zoo goed," sprak het kind in zichzelf. Ze begreep er niets van, en het is geen wonder, dat ze bij grootvader terugkomend, hem, heel onschuldig, dadelijk alles vroeg.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek