United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik hoop toch, dat uwe zuster niet erger is geworden?" "Neen, mevrouw. De brief kwam uit Londen, 't was over zaken; anders niet." "Maar hoe kon het handschrift u zoo van streek brengen, als het niets dan een brief over zaken was? Neen, neen, Kolonel, zoo komt u er niet af; vertel ons nu maar de waarheid." "Maar moeder," zei Lady Middleton; "bedenk toch wat u zegt."

Waarlijk, baas, zoo ge ons grappen wijsmaakt komen we uwen kelder afdrinken en we steken onze peerden in uwe beste kamer. Zeg, hoe heeten de meisjes? Meisjes, meisjes?! freulen zijn 't, sterke deernen: Paula, de bruine en Anna de blonde. 't Is half gewonnen spel nu we de namen kennen! loech André. Vooruit! Ze gaven hunne peerden de spoor en reden weg. Ik neme de bruine, zei André.

Hier, Sakser," vervolgde hij, zich tot Athelstane wendende, en hem den beker overhandigende, "spoel u de keel eens af met dezen edelen drank, en wek uwe ziel op, om te zeggen, wat gij voor uwe vrijheid over hebt." "Alles waarover een sterveling beschikken kan," antwoordde Athelstane, "alles, dat een man van eer past!

Het zal u intusschen niet aan een beker wijn en een stuk wild ontbreken; en als gij een vriend van de jacht zijt, dan zult gij hier iets zien, dat gij in uwe noordsche streken nooit gezien hebt."

Dit is door Mevr. Beecher Stowe in hare Negerhut en Sleutel daarop, ten duidelijkste bewezen. Gaarne wil ik gelooven, dat het de begeerte van velen uwer is, dat uwe slaven goed behandeld worden; dat gij dienovereenkomstig uwe bevelen geeft; dat het op uwe plantagien nog al tamelijk wel gaat.

"Ik wenschte dat uwe vrije dienstboden uit het Noorden hare kasten met kleeren eens konden zien. Zijden en mousselinen japonnen, en eene van echt kamerdoek heeft zij daarin hangen, en ik heb somtijds een heelen middag gewerkt om hare mutsen op te maken en haar voor een partijtje op te schikken. Wat mishandelen betreft, zij weet niet eens wat dat is.

"Wordt uwe geroemde schoonheid," zei de Tempelier, "te licht in de schaal bevonden, dan weet gij onze weddenschap!" "Mijn gouden halsketen tegen tien vaten Chios-wijn!" hernam de Prior; "ze zijn de mijne, even zeker, alsof ze reeds in de gewelven van het klooster lagen, onder bewaring van den ouden keldermeester Dennis."

Meent gij dat ik, in dit gevecht der ziel, u de zegepraal zal gunnen? Verzaakt dus uwe pogingen, heeren; zij zijn volstrekt onmachtig en nutteloos." Robrecht greep Dakerlia's handen en drukte vurig in de zijne, terwijl tranen uit zijne oogen rolden.

Richt uwe schreden oostwaarts: daar troont Fagnolles, de zeshonderdjarige ruïne, die met hooghartigen weedom schijnt neer te blikken op het diepe verval der stad van Maria van Hongarije, nu niets meer dan een doodsch gehucht.

"Reinout is haar zoon niet," zeide Arkel: "zoomin als de uwe." "Niet!" herhaalde Aylva: "en wie dan...." "Bij al wat heilig is!" riep vader Syard, zich voor den Bisschop nederwerpende! "Hoogwaardigste! zoo u het vreeselijk geheim bewust is, verscheur dan het hart eens vaders niet." "Verscheuren!" zeide de Bisschop: "is Deodaat dan geen Ridder, wien elke vader trotsch zou wezen, zoon te noemen?"