Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
"En wie verzekert ons, dat wij ook niet des nachts bewaakt worden?" "Om het even! Wij moeten er een eind aan maken!" riep Uncle Prudent uit. "En als het kan: een eind aan de Albatros! Maar vooral een eind aan haren gezagvoerder!"
Dat Uncle Prudent vrienden had, zal wel niet behoeven gezegd te worden. Hij was, zooals opgemerkt werd, rijk, en dan heeft men altijd vrienden. Maar hij had ook vijanden, daar hij voorzitter van de club was. En onder die vijanden behoorden in de eerste plaats allen, die hem die voorzittersplaats benijdden.
Nu had Uncle Prudent, wiens stem in geval van staking beslissend had moeten wezen, zich als een echte leerling van de school van Buredon van stemming onthouden, omdat het voor en het tegen bij hem juist in evenwicht in zijn brein om den voorrang streden.
Die vermeerderde snelheid was zeer merkbaar, daar zij grooter was dan die van den heerschenden wind. "Waarachtig," zei Phil Evans, "ik geloof...." "Welnu, ga voort," vroeg Uncle Prudent. "Waarom aarzelt gij? Wat gelooft gij?" "Wel, dat wij San Francisco nog vóór het invallen van den nacht zullen zien!" "Welnu, wat zou dat?" antwoordde de voorzitter van Weldon-Institute onverschillig.
Het was een aandoenlijk schouwspel, inderdaad wel geschikt om zelfs den hardvochtigste een traan te ontlokken. Toen het half twaalf was, donderde eindelijk het derde kanonschot. "Alles los!" riep Uncle Prudent met donderende stem. "Alles los!" Dat was het tooverwoord! De Go a head steeg statig omhoog; Waarlijk, dat was een prachtig schouwspel!
Ja, als men goed luisterde, was het alsof dat onverklaarbare "frrr, frrr" langs den buitenkant van dien vloer scheerde. Dat alles was voor ons drietal niets geruststellend. "Uncle Prudent?" zei Phil Evans. "Phil Evans?" antwoordde Uncle Prudent. "Denkt gij, dat onze cel van plaats veranderd heeft?" "Hoegenaamd niet!" "Denkt ge?" "Daar ben ik zeker van."
Phil Evans zou dus voor een der gelukkigste menschen van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, ja van de gansche wereld hebben kunnen doorgaan, ware de maatschappelijke toestand van Uncle Prudent hem geen doorn in het oog geweest. Hij was evenals deze vijf-en-veertig jaren oud, en had evenals deze een ijzeren lichaam en een ijzeren gezondheid.
Zij maakten van de gelegenheid gebruik, om met nog meer verbittering dan gewoonlijk te kibbelen. Dat waren onze onverzoenbare bekenden, Uncle Prudent en Phil Evans, de president en de secretaris van Weldon-Institute. De knecht Frycollin wachtte Uncle Prudent, zijn meester, aan de deur van de Club. Hij volgde hem zonder zich om de redenen van den twist tusschen die twee te bekommeren.
"Het is dan buiten kijf, dat die lieden ons niet buiten het Fairmont-Park gebracht hebben. Zijt gij dat niet met mij eens, Phil Evans?" "Voorzeker, Uncle Prudent; want volgens mij, wanneer zij ons buiten het Park gebracht hadden; dan zouden wij de beweging van het vervoer moeten ontwaard hebben." "Zeer juist!" antwoordde Uncle Prudent.
"En de onkosten daarvan zijn niet hoog," had Uncle Prudent er aan toegevoegd, terwijl hij den uitvinder tegen kwitantie in behoorlijken vorm, het laatste pakje van honderdduizend dollars in bankpapier overhandigde, waarmede men hem zijne uitvinding betaalde. En dadelijk toog Weldon-Institute aan het werk. Er mocht geen oogenblik verloren gaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek