Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Kijk!" vervolgde zij, terwijl zij opstond en zich langzaam naar de deur begaf: "als ik in den tijd van Mevrouw zaliger zoo lang.... maar wacht, daar vergeet ik nog iets: onze Freule, dat lieve kind! heeft mij dit kleine briefje medegegeven, om u ter hand te stellen: ei zie! daar had ik haast niet om gedacht!" "Ulrica!" riep Joan verrast, de hand uitstekende. "Geef toch Geert! geef toch!"
"O neen! voor geen geld van de wereld," zeide Ulrica haastig: "ik zou mij dood schamen: het wandelen zal mij goeddoen. Geef mij uwen arm en laat ons wat aanstappen: ik zal spoedig weder beter zijn."
"En vooral dat van onze edele gastvrouw, die, hoewel afwezig, in elke bloem, die het vertrek versiert, te vinden is," riep de Heer van Helmenhorst: "lang moge zij leven! lang!" vervolgde hij, oprijzende en een roemer omhoogheffende: "lang leve de schoone Freule Ulrica van Sonheuvel!"
Ulrica zat op een der vensterbanken te borduren en zag Bouke bij zijn binnenkomen met kinderlijke erkentenis aan: de Baron liep naar zijn dienaar toe, schudde hem met hartelijkheid de hand en zeide: "Dat was zooals ik het van u verwachtte, Bouke! nu een vollen roemer op uw voorspoedige reis geledigd."
"Er is geen ongeluk voorgevallen, Freule!" zeide Magdalena: "doch er heeft een soort van schermutseling plaats gehad bij het Lischboschje, met een verkleeden monnik, of zoo iemand, dien zij gevangen medebrengen." "Een schermutseling!" riep Ulrica: "er is toch niemand gewond?" "Daar heb ik niets van gehoord," antwoordde Magdalena.
Hij zag, dat de list, die Botbergen volgens een tusschen hen gemaakte afspraak in 't werk had gesteld, haar doel bij Ulrica miste, en hij vreesde, dat, indien hij de partij van Botbergen nam, de Jonkvrouw de volle waarheid gissen zou, het gemaakte plan doorzien en hem al haar achting ontnemen, waardoor hij de kans op haar hand verbeuren moest.
"Ik doe het alleen omdat Ulrica anders zoo bedroefd is," antwoordde Joan, den Baron met een openhartigen blik aanziende. Hoewel Reede Joans inkeer wel aan deze reden had toegeschreven, stond hij echter een weinig over de gulle bekentenis verslagen.
Wij zullen afstijgen en de Freule naar het slot begeleiden, indien zij ons zulk een groote eer vergunnen wil." "De weg is vrij," zeide Ulrica: "doch het zou mij leed doen, indien de heeren om mijnentwil afstegen. De heeren zullen misschien verlangen spoedig op het slot te zijn en zich wat te ververschen."
Hij zelf bedankte er voor, om nog op zijn leeftijd zich in de hofplaats te gaan nederzetten en aldaar zeden en gewoonten aan te nemen, die hij lang verleerd was. De Gravin bood hem haar diensten aan en verzocht Ulrica voorloopig eenigen tijd bij zich te hebben.
"Was hij een verrader," zeide Ulrica met kracht, "dan is hij de grootste huichelaar, die ooit bestaan heeft; doch ook op uw getuigenis, mijn vader! kan ik hem daar niet voor houden." "Welnu dan," hernam de Baron: "wat dunkt u van zijn ontsnapping, te gelijk met den Jezuïet? van deze wigge en dat touw? van dit briefje?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek