Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Het was inderdaad de Duncan, het jacht van lord Glenarvan, waarover Robert, de zoon van kapitein Grant, bevel voerde, dat naar het eiland Tabor was gezonden om Ayrton te halen, en hem weder na een twaalfjarige afwezigheid in zijn land terug te brengen! De kolonisten waren gered, zij waren reeds op hun terugweg!
De twaalfjarige knaap drukte zijn gladden bonten muts vaster op het hoofd, knikte even, deed de rinkelende winkeldeur open en ging vóór Elsje den winkel uit, niet uit lompheid, maar omdat het geen oogenblik bij hem opkwam haar voor te laten gaan. Elsje volgde hem met haar mand aan den arm, de dorpsstraat door en den straatweg op.
De faam noemt u een dapperen monnik, die de vroegmis hoort luiden, eer hij zijn beker verlaat; en ik vreesde dat gij mij op mijn ouden dag zoudt beschaamd maken. Maar, op mijn woord, een twaalfjarige Saksische knaap zou, in mijn tijd, zijn beker niet zoo vroeg verlaten hebben." De Prior had evenwel bijzondere redenen om matig te blijven.
In een klein stadje, Port-Huron genaamd, in den staat Michigan, Noord-Amerika, zaten op een winteravond van het jaar 1859 drie menschen bij elkaar: Vader, Moeder en twaalfjarige zoon. De vader was een koopman in oudheden, d. w. z. zijn winkel bevatte een allegaartje van oude meubelen, schilderijen, lijsten, koffers, klokken, lampen, aardewerk, enz.
Ook de jonge vorst van Anhalt, dezelfde die als twaalfjarige knaap het Leipziger twistgesprek met zooveel belangstelling had bijgewoond, greep vol geestdrift de pen. »Ik heb in mijn leven reeds menige lans gebroken, maar nu sta ik gereed om voor de edelste zaak, voor de eer van mijn Zaligmaker Jezus Christus den kamp te wagen,« sprak hij met vuur. »Als ik er op het oogenblik mijn leven voor moest geven, zou ik het gaarne doen.« Toen zijn naam er stond en hij de pen neerlegde, zei hij, zich stralend naar de leeraars keerend: »Ik zou liever mijn vaderlijk erfgoed als balling verlaten en met het nederigste werk mijn brood verdienen, dan een leer aannemen, die niet overeenkomt met deze geloofsbelijdenis.«
Hier waschte zij haar broer en zusje de aangezichten en handjes schoon; bezorgde Pieter een glas water om zijn mond te spoelen; gaf hun eenige schoone roode kersen; liet het toezicht over de kleinen aan hare twaalfjarige zuster over, en snelde toen vlug met de ruimgevulde bloemenmand ter deure uit. Weldra was zij in het kasteel gekomen.
Hij wendde zich nu tot de jongste, met de vraag, of haar de school te Neuwied nog al beviel. "Zoo, zoo!" antwoordde de twaalfjarige. "Eene school is altijd een noodzakelijk kwaad. Zij zijn bij ons wél genoeg; maar zij zijn wat dweepachtig in hunne godsdienst. Daar kan ik mij niet meê vereenigen, en zij vinden niet goed, mijne ideën daaromtrent vrij te laten."
De jolige jongens verliezen echter ondanks de treurigheid, die ze van alle kanten omringt, toch hun ware aard niet, al schijnt dit gevaar in de aanvang van het verhaal te dreigen, waar de twaalfjarige Jan en zijn dito vriend Meijndert al een heel onkinderlike taal spreken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek