Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


"Je bent toch een traiter," zegt lachend Van Blaak, intusschen zijn broodje verorberend. Krasser staat voor het venster en ziet naar buiten; met de eene hand brengt hij zijn kop koffie aan den mond en met de andere trommelt hij op de ruit. Keesje staat voor het andere raam en zegt eensklaps met vollen mond: "Dat is een mooie jongen!"

Hierdoor gerust gesteld, zet hij zich voor het orgel, en gebiedt twee ferachs op den grond te gaan liggen en de pedalen op en neer te doen gaan, terwijl hij zelf in het honderd op de toetsen trommelt.

"'n Avond, baas Strijkman," grinnikt de jongen, die met zijn beenen tegen het houten beschot trommelt. "Satanskind! heb jij die honden losgelaten?" "Jawel, baas Strijkman. Wat liepen ze! Ha! ha! ha!" "Vervloekte kriek, dat zal ik je inpeperen!"

Vluchten moet hij weg; verwonnen, wapenloos en wepel , gaan zitten waar, in 't ijs geronnen, onbewoond, zijn' steden staan. Ruischt dan maar, gij legerscharen; zingt en trommelt overluid, zegevolle zomerblâren: morgen is de winter uit! 2 Eenzaam, alleen, zonder maag of vriend.

Je weet wel, klagen is nooit mijn zwak geweest; ik wou niemand lastig vallen en scharrelde er altijd nog zoo wat door. Maar nu....” Walten zucht een paar malen en trommelt met zijn vingers op de leuning van den stoel, terwijl hij strak voor zich uit staart. „Heb je niets om handen op ’t oogenblik?” „Niets, Willem. Je weet immers ’t ongeluk, dat mij trof met mijn schouwburgtent?”

«Hoor eens, hoe het op de klisbladeren trommeltzei de pleegvader. «Dat noem ik droppelszei de pleegmoeder. «Het loopt immers bij den steel neer! Je zult eens zien, dat het hier nat zal worden. Ik ben maar blij, dat wij onze goede huisjes hebben, en dat de kleine er ook een heeft!

De oudste vrouwen maken daarbij natuurlijk het meeste misbaar: eene oude tooverheks, die zeker niet meer op haar ontvleesde schouders durft slaan, heeft haar rechter voet op haar linker knie gelegd en trommelt nu met rusteloozen ijver op haar vereelte zool.

Hij danst, hij trommelt, hij loopt over een koord, hij staat op schildwacht, hij bestormt en verdedigt vestingen, hij schiet pistolen af, draait het braadspit, trekt den wagen; hij kent de noten, de getallen, de kaarten, de letters; hij neemt een mensch de muts van 't hoofd, brengt hem zijn pantoffels en tracht hem als een knecht de laarzen of de schoenen uit te trekken; hij verstaat de oogen- en gebarentaal en nog vele andere zaken."

Ik hoor hoe Rob met zijn vingers tegen de ruiten trommelt. Ik zing een mop uit Carmen. Het is laat geweest vannacht. Maar de zon en het koude water maken alles weer goed. Eindelijk kom ik binnen. Rob staat met het hoofd tegen de ruit aangedrukt. Een breede ademplas is als een aureool van bleekheid om zijn hoofd. "Hier ben ik."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek