United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen hij bij zijn aandeel aan de geschiedenis gekomen was, vertelde hij 't zoo omstandig; hij beschreef zijn natuurlijken val zoo nauwkeurig en gebruikte zoovele woorden, om zijne daad in een helder daglicht te plaatsen, dat hij nog lang niet met zijn verhaal ten einde was, toen Luth met den brandspuitmeester Tröpner binnenkwam, en de baljuw zich tot dezen wendde, met de vraag: "Waarde vriend Tröpner, wat is u van de zaak bekend?"

"En ik, mijnheer de baljuw," sprak Luth, "wil naar Gulzow gaan, en Tröpner kan naar Pribbenow gaan, dat wij den burgemeester niet misloopen." De oude heer knikte met het hoofd; hij ging naar mijne moeder, tegen wier knie ik leunde: en zeide: "Gij, en hier, uw jongen, hebt heden alle reden, om den goeden God te danken."

Zij komen!" "Wie komt?" "De raadsheer Herse, en de bakker Witt en de molenaar Voss en al de anderen!" "Hoera!" riep Bank, de schoenmaker en zwaaide zijn' arm in de lucht, maar hij had vergeten, dat hij er eene laars overgetrokken had. "Hoera!" riep Tröpner, de smid en stoof met zijn schootsvel de straat op.

Hij wenkte den brandspuitmeester Tröpner met de oogen toe, om toch niet te verraden, wat hij wist, en hij legde den vinger op zijn' mond, toen hij den jood Salomo voorbijging, tot een teeken dat hij moest zwijgen; en ter nauwernood was hij de poort uit, of de oude wever Stahl vertelde overal, dat de Fransozen den raadsheer hadden medegenomen, omdat zij een generaal van hem wilden maken; maar de anderen zouden wel opgehangen worden.

"Ja, buurvrouw," zeide de brandspuitmeester Tröpner, die nu nader kwam; "de burgemeester is aan den haal gegaan; maar je man hebben ze een aandenken gegeven: kook hem maar een beetje saffraan en roggemeel en leg hem dat tusschen de schouders, op het plekje, waar de Fransoos hem met zijn' geweerkolf gekitteld heeft."

Baas Tröpner, gevoelde uit deze deftige vraag, dat hij door den ouden heer als een beschaafd man behandeld werd, en hij besloot zich ook als een beschaafd man te gedragen; hij zeide dus, in deftige uitdrukkingen: "Ik kan zeggen, dat ik van den aanvang af, tot aan het einde, alles heb aangezien."

Maar hunne manschappen hadden slechts pieken, alleen de rektor Schäfer had door den smid Tröpner een hellebaard laten maken, mijn oom Herse richtte een korps scherpschutters op, van één-en-twintig jachtgeweren, en de jonge landlieden zaten te paard met groote sabels op zijde.