United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alhoewel de Fransen bij de voorste gelederen gedurende dit gevecht de nederlaag hadden, vorderde de Vlaamse slagorde slechts weinig, overmits er altijd nieuwe vijanden kwamen toegelopen om de gesneuvelden te vervangen. De gulden ridder vocht als een echte leeuw aan de linkervleugel, tegen een ganse bende ruiters.

Zolang de strijd binnen de muren der steden en onder het bevel der volksaanleiders geschiedde, bleven zij in hun kastelen over de verdrukking des Vaderlands zuchten, maar nu Gwyde als wettige Veldoverste over zijn onderdanen gebood, kwamen zij uit alle heerlijkheden met hun Laten toegelopen .

Het geschreeuw der beenhouwers had een menigte volks gewekt, dat uit alle tenten uit nieuwsgierigheid kwam toegelopen, de een zonder kolder, de andere zonder wambuis; zodra zij de oorzaak des geruchts vernamen, begonnen zij met razernij om het lichaam van Brakels te roepen. "Geeft hem ons!" schreeuwden zij. "Zijn bloed! Zijn lijf!"

Met een driftige haastigheid, en zonder te antwoorden trok de verbaasde Maria een wijde samaar om haar lenden, en ging met de dienstbode bij Mijnheer De Cressines, die nog in de gang was. Twee knechten van het huis waren op de schreeuw der dienstmaagd toegelopen, en stonden nu mistroostig tussen de Franse soldeniers; men had hen gevat en vastgehouden.

Duizenden gewapende burgers kwamen uit alle straten toegelopen om hun broederen te helpen; doch de zege was reeds bevochten. De Leliaards op de Burcht gevlucht zijnde, werd deze plaats ten allen kanten door de ambachtsgezellen omsingeld en bewaard. Terwijl dit bij de Markt aldus gebeurde, berende de Landvoogd De Chatillon de oproerige stad met vijfhonderd Franse ruiters.

Van Staden en Uijs waren op elkander toegelopen, en nauweliks hadden zij de gewone handdruk gewisseld, of van Staden, door smart en vermoeienis uitgeput, en zijn zenuwen niet meer geheel meester, wierp zich aan de borst van Uijs, en riep uit, terwijl tranen zijn getaande wangen bevochtigden: »Mijn broeder! mijn broeder! welke ontzettende tijding moet ik u brengen!

Zo waren Hendrik van Loncin uit Luxemburg, Goswyn van Goetsenhoven en Jan van Cuyck, twee edele Brabanders, reeds bij Gwyde, wanneer de mannen van Veurne in de stad kwamen. Al deze krijgslieden werden onmiddellijk, nadat zij in Kortrijk wat ververst waren, onder het bevel van Mijnheer Van Renesse in het leger geplaatst. De tweede dag kwamen de Ieperlingen toegelopen.

De beenhouwers waren ondertussen toegelopen, en Jan Breydel die de hoon aan de Standaard van Vlaanderen geschied, wreken wilde, hakte met een houw de arm van Robert af.

Zodra men in Vlaanderen vernomen had dat er een Frans leger gevormd werd, liep de schreeuw "Te wapen! te wapen!" door het ganse land, nooit zag men zulke geestdrift, uit alle steden, uit de minste dorpen kwamen grote hopen volks met allerlei wapens toegelopen, men ging al zingend en vol vreugde naar de vijand, in dier voege dat Jan van Namen, vrezende dat de levensmiddelen zouden ontbreken, er een groot getal terugzenden moest.

De ridders waren ook in volle uitrusting toegelopen, in gedachte dat de Fransen hen onmiddellijk zouden aanvallen.