Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Voorwaar, ik zou gaarne de helft van mijn rijk geven, als ik overtuigd kon worden van de onschuld van zoo velen, die aan mijn huis zoo nauw verwant zijn!" »Heil zij mijn heer, het oog des rijks! Buiten toeft een Helleen, naar zijne gestalte en houding te oordeelen, een der edelsten van zijn stam. Deze beweert de onschuld van Bartja te kunnen bewijzen."

Lang bleef aan haar de blik gekluisterd, die Ten elken tijde rust op hare trekken: Steeds toeft zij, waar ik ben: nooit is er, wie Een liefde, minder hoog, in ’t hart kon wekken, Dat, in dien gloed gelouterd van zijn vlekken, Vereend met schoonheid, werd tot poëzie.

't Is een naar geluid dat kreunen, waar ge 't ook hoort, maar vooral wanneer dat geluid, in het nachtelijk uur, op de verlaten straat uw ooren treft, en ge een oogenblik toeft eer ge nader treedt. Van de overzijde komen menschen de sluisbrug op. De koude doet hen, zooveel de gladheid zulks toelaat, den tred verhaasten.

Hoe foltren dan vertwijfeling en weenen Uw hart dat vol moest zijn van liefde en vreugd Wijl heel uw geest nu toeft in 's hemels vrede! Al uw gedachten stijgen op daarhenen Van nu af aan door hare hooge deugd, En Liefde drijft daartoe hen hier beneden.

Ja, lief kind, op de bergen is ons de godheid het meest nabij, daar toeft zij het liefst. Hebt gij nooit op de met wouden gekroonde toppen van een hooggebergte gestaan en, onder het plechtig zwijgen der natuur, het zachte suizen van den adem der godheid vernomen, zoodat u eene siddering door de leden voer?

Wat zegt gij, knapen? wilt gij bij hem blijven, Terwijl ik aan den keizer melden ga, Hoe ik in onze ontworpen scherts geslaagd ben? Viert gij zijn luimen, vleit hem, houdt hem bezig, En toeft bij hem, totdat ik wederkeer. 'k Heb hen herkend, al wanen zij mij dol, En ik verstrik hen in hun eigen plannen, Die vloekb're twee helhonden en hun moêr. DEMETRIUS. Het zij zoo, moeder; ga en laat ons hier.

Zoo woont de zaalge Beatrice omhoog; In 't rijk der englen toeft ze in eeuwgen vrede En liet ook u, gij vrouwen, hier alleen.

Dat ge nu alles weet van mijn paleis sedert de markies dood is, spreek ik vrijer van mijn paleis, ook al toeft de markiezin nog beneden van mijn heerlijke kamers, mijn hangenden tuin met sentimentvollen kloostermuur van mijne gele rozen en goudvischjes, van mijn portier Antonio in sombere livrei en met eerbiedig beleefden groet en glimlach.

Spooken van klank bewoogen in de ijzeren stilte. Cor meum conturbatum est .... Dood en de wolven van Vrees waarden in 't duister. Spooken van klank, gevangen binne' in de stilte, golfden rondom de klok, als in benauwen: "verlos ons, o gij die toeft!" "Doe ons reeg'nen rondom, verspreid ons als hagel van vrees," "Hoor! gij achtlooze stad, dronken van leeven!"

Ik zal den Koning vragen verlof Gawein te verlossen... Neen, dat niet vragen! riepen zij allen. De Koning weet niet.... Dat Gawein.... Toeft in de Valleie der Ontrouwe Ridderen! riepen Sagremort, Acglovael en de anderen. Waar zijn toch Mordret en Didoneel? dacht Galehot. Ik zal, hernam Lancelot; den Koning verlof vragen Gawein... te zoeken! Te zoeken, ja justement!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek