United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze probeerde hen met de oogen te volgen, maar ze verdwenen dadelijk. 't Was alsof de heele lichte schare zich in de tintelende lucht oploste. De duiven waren nauwelijks weg, of ze hoorde een paar luide kreten uit den tuin, en toen ze daar haastig heen ging, zag ze iets heel vreemds. Daar stond een klein, klein dwergje, niet veel grooter, dan een handbreed, en vocht met een katuil.

Wat haar boosheid aangaat, spot er niet mee, verwaten lezer. Ik had U wel eens willen zien, tien minuten na 't afgryselyk oogenblik dat 'n brokje Publiek u gebruikt had als voorwerp van deugdmanifestatie! Tien minuten, zeg ik? Misschien was 't nog wat minder, schoon ik erkennen moet dat de schipper z'n tonteldoos... goddank, met 'n tintelende t dezen keer, 't staat er!

Eerst met het aanbreken van den dag gelukte het hem, in te sluimeren: doch de pijnlijke en benauwde droomen, welke hem overvielen maakten dat de slaap, wel verre van eenige verkwikking aan te brengen, het brandend hoofd en de tintelende leden nog meer vermoeiden dan het waken zelf.

De zon streelde weldadig mijn wangen en mijn handen; en door het raam genoot ik van een prachtig vergezicht: de bevroren rivier kronkelend en slingerend door tintelende weiden, een houten molentje op een aardig begroeiden heuvel, het dorp met glinsterend-wit kerkje in de diepte, bosschen, landouwen en boerderijen rechts en links in het besneeuwd verschiet en over dat alles heen de eindelooze koepel van den blauwen hemel, waarin de groote zon langzaam naar 't Westen neeg, oranje-rood, omsluierd met grijze en purperen nevelen, als in een atmosfeer van heilig-stille en grootsche feerie.

En gij, globe-trotter, die geluisterd hebt naar het zoet-vloeiende "Dormi o bella" van den gondelier in den Venetiaanschen toovernacht en bij maanlicht den Nijl zijt afgevaren, terwijl uw bootje schuurde langs het papyrus-riet en een bruine gestalte op de voorplecht op zangerigen toon zijnen makkers verhalen deed uit de "Duizend-en-een-nacht"; die evengoed bekend zijt in den Harz als in de Ardennen; die het weemoedvolle lied van de Lorelei gezongen hebt aan den Rijn en de tintelende Marseillaise aan de boorden van de Seine; die gezworven hebt zoowel in de Schotsche hooglanden als in het Zwarte Woud; die de Alpen hebt beklommen en op een drijvend hôtel naar de Nieuwe Wereld zijt overgestoken; die het land der middernachtzon hebt leeren liefhebben en ook uw eigen vaderland hebt leeren waardeeren; die den zonsondergang hebt aanschouwd onder de linie ergens op den Oceaan en den zonsopgang aan het Vierwaldstädtermeer; die Napels hebt gezien zonder te sterven en Monte-Carlo zonder te spelen ... voor u herhaal ik: "Nikko minai uchi wa, kikko to iuna!"

De tintelende kout verlichtte haar een weinig de doffe atmosfeer der salons, waar het gas nog niet was opgestoken, waar langs de laag geplooide meubelgordijnen een schemerende somberheid binnenzonk, die de vroolijkheid van het verguldsel, van het havanna satijn, van het vieil-or der draperieën en meubels in treurige schaduwen scheen uit te wisschen.

Hij schudde het peerd zijn manen en zijn steert, en rukte Pallieters klak van zijn kop, dat zij omhoog vloog lijk een vogel en in 't tintelende water van de Nethe viel. Doch Pallieter zag niet om, hij reed maar voort, wild en dwaas, zonder teugel, om al het geweld van den jongmakenden wind over hem te laten gaan. Mannelijk genot!

Mathilde was toch nog zoo zwak, dat, als zij, haar hoofd naar voren buigend, haar armen in de hoogte deed, driehoekig gebogen, de ellebogen naar buiten gestrekt, om zelf een haarspeld te bevestigen of een propje te glijerig binnen den vorm der chignon te dringen, er een tintelende vuurstroom van lamheid door haar armen tot aan haar handen, tot door haar vingers klom, en haar armen machteloos neêrzonken, in de witte kreukels van haar schoot.

De herfst is de vrouw, die gevonden heeft, waar zij tastend naar zocht, een kring om te werken en te lieven, de vrouw, die moeder is geworden; niet meer, laat het zijn, met de dartelslanke leest, met de weelderige lokken, de tintelende oogen en de gloeiende wang, maar met dat spiegelgladde voorhoofd, met den kalmen en blijvenden glimlach van het gevonden geluk, van een verworven levensdoel.

Op de plaats had-ie 'n sinaasappelenkist voor Suikerpeer an spaanders gehakt, wetend dat 'r bij Poddy alleen 'n zijwaartsch raam, met uitzicht op 'n dak was. Zij kwam niet meer benejen, niet éénmaal. 't Dunne hout kloppend, werd-ie van 'n tintelende prikkelbaarheid, moeilijk slikkend, verward van denken. Tweemaal liep-ie tot bij de trap, vinnig kijkend of ze niet op den overloop stond.