Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Ja ja dokter, ik vlieg!" 't Was Helmond gedurende eenige minuten alsof hij een zeereis maakte; hij voelde het slingeren van 't schip, en 't was hem alsof hij door het blinkend want, in een tintelend blauw staarde. Hij weet niet meer hoe hij op dat denkbeeld kwam. Hoor! Wie zegt daar: "dat hij een bedelaar is, 't geraamte van een edel mensch!" Neen, dat is gelogen. Een Helmond wordt geen bedelaar.
Een vrouw grillig als de oorlogskans, prikkelend als 't gevaar, tintelend van leven en pittigheid. Hij had haar lief. En nu zat hij daar en werd oud en grijs zonder haar tot vrouw te kunnen vragen. Nu had hij haar in geen vijf jaar gezien. Hij verkwijnde en stierf weg als een arend, die gevangen is. Met ieder jaar werd hij meer verschrompeld en kouwelijk.
En zelfs op het droefste levenspad ziet ge dan den felst gejaagden pelgrim nog wandelen in het licht van Gods vriendelijk aanschijn. En ziet ge dan op naar boven, o, door die kristallijnen vensteren gezien, is die hemel dan niet meer droevig rood, noch grauw van nevelen, maar tintelend met vonken van eeuwige heerlijkheid, en u tegenstralend met bekoorlijken gloed.
Bruin beschilderde witte tegels in eikenhouten lijsten en enkele blauw-porseleinen borden hingen tegen het goudbruine behang en van een rijke gaskroon viel het licht tintelend en flonkerend in de fijn geslepen wijnglazen, de kristallen messenleggers en zoutvaatjes en het zware zilver op de tafel. "Komt meisjes, wij zitten te wachten," zei mevrouw d'Ablong ongeduldig.
Vooral onder de volksklasse komt deze eigenaardigheid sterk uit: bijna iedere buurt heeft haar eigen grappenmaker of grappenmakers, die in de herbergen steeds een kring van bewonderende toehoorders om zich weten te vergaderen, en wier woorden en daden, wier anekdoten en avonturen, van mond tot mond oververteld, de stof leveren voor eindelooze verhalen en levendige gesprekken, vaak genoeg tintelend van echten, joligen, zij het ook soms ruwen humor.
En niet den Plutus van Aristofanes, reeds met één voet in het graf, reeds van het gezigt beroofd; maar den nog ongedeerden, tintelend van jongelingsvuur. En niet van jongelingsvuur alleen, maar ook en vooral van den onversneden nectar dien hij op een keer met volle teugen aan den godemaaltijd dronk. Mijne moeder was Neotès, aanvalligste en levenslustigste der nimfen, de beligchaamde jeugd."
Als ik mijn klepper prikkel met de sporen, Die tot de heupen voortwaadt door het gras, Klinkt mij 't eentonig hoefgestamp in de ooren, Ja, bijna of het heiligschennis was. Wie weet? als we eens der graven rust ontwijdden? Slaapt hier misschien een volk uit vroeger tijden, En is dit stof wellicht der dooden asch, Eens tintelend van leven?
Eén woord, maar tintelend van liefde, is, als belijdenis, meer waard, dan de keurigste formule, de meest preciese overtuiging, maar waaraan het persoonlijk ervarene, het in eigen leven ondervondene ontbreekt. Voor zoover mij bekend, wil niemand gaarne voor een onverstandig mensch gehouden worden.
Onder het tintelend groen der zware linden, verloor de hooge koets zich van lieverlede in een fijn-blauwe tint. Zoo van verre had die lijkwagen wel eenige overeenkomst met een monument, een vierkant grafgesteente met een urn er boven op. En zie, aan den voet van dat monument verheft zich, boven de golvende menigte, een zilverwit voorwerp juist blinkend in een zonnestraal.
Ik vergat den krijg en het gevaar, zoozeer greep het ontzaglijk schouwspel mijne inbeelding aan; de zon was in eene helderblauwe lucht opgerezen, en zij fonkelde zoo tooverend in het glinsterend ijzer der wapenen, dat de reeks der Hollandsche troepen mij voorkwam als een stroom van tintelend vuur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek