United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En daar had je Goes en Lange Jan, den toren van Middelburg, de spil van Walcheren, het hart dier wereld. En 't tij kwam in en 't tij ging uit; 't water rees en viel.

Deze Spaansche beambten, die hij praait, ontvangt hij aan boord, en hun chef maakt hij gelukkig, door hem een rol dubloenen in de hand te stoppen, met het verzoek, om wat voort te maken, daar hij zich heeft te haasten om den wind en het tij. Dank zij de dubloenen, vergunt men hem spoedig te passeeren.

De Nautilus bewoog zich niet en bleef onwrikbaar vast liggen, alsof de koralen het vaartuig reeds voor goed hadden ingemetseld. "Welnu mijnheer!" zeide Ned Land, die na het vertrek van den kapitein naar mij toe kwam. "Welnu, vriend Ned, wij zullen stil het tij van 9 Januari afwachten, want het schijnt dat de maan zoo beleefd zal zijn om ons weder vlot te maken." "Meent gij dat?" "Ja zeker."

Wat de wilden betreft, die gingen tegen elf uur 's morgens weer naar land, toen de toppen der koraalriffen bij het wassen van het tij onder de golven begonnen te verdwijnen; doch ik zag dat hun aantal op het strand zeer toenam; waarschijnlijk kwamen zij van de naburige eilanden, en van Nieuw-Guinea. Echter zag ik geen enkele prauw.

Tusschen Europeanen en wilden past het dat Europeanen zich verdedigen en nimmer aanvallen. Gedurende al den tijd, dat het lage tij duurde, zwierven de inboorlingen in de nabijheid van de Nautilus, maar zij maakten geen geraas.

Want Chester heeft niet zooveel vertrouwen als zijn beminde in de afwezigheid van stroopende Geuzen en is vast besloten, dat geen andere zeeroover zijn schat zal wegvoeren. Geholpen door het tij, stevent Guy's schip de Schelde op, en hij bereikt de Antwerpsche dokken vroeg genoeg, om een paar uren slaap voor het aanbreken van den dag te genieten. Bij het gloren van den ochtend is hij weer op.

Hij salueert zijn commandant, die vraagt: "Hoelang is het geleden, sinds wij Vlissingen passeerden, Martin Corker?" "Ongeveer vier glazen, mijnheer." "Twee uur! Dat dacht ik al. Kon je de plaats met het bloote oog onderscheiden, bootsman?" vraagt Guy, het bezaanswant grijpend van het schip, dat geweldig slingert door den noordwester storm en het wassend tij.

Nu, de hond vergiet al dien tijd door geen enkelen traan, en spreekt geen woord; maar ziet eens, hoe ik het stof vastleg met mijn tranen. PANTHINO. Lans, vlug, vlug, scheep! uw meester is lang aan boord, en gij zult hem moeten naroeien. Wat is er? waarom schreit gij, man? Vooruit, gij ezel; de vloed ontgaat u, als gij sammelt; het tij verloopt.

Kan ik tegen wind en stroom opvaren? en moet men niet, als het tij verloopt, de bakens verzetten? Hoe zou ik, na al het gebeurde, in staat zijn, mijn wandel te verbeteren en onder een betere vlag te zeilen dan die ik tot heden gevolgd ben? Zoo ik b.v. Mijnheer voorstelde, mij als lakei in zijn dienst te nemen, zou zulks UEd. aanstaan?"

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Neen, doe gij 't maar; ik mocht mij eens verlaten. ANGELO. Nu, goed. Hebt gij de keten bij u, heer? ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Wat ik? Ik hoop toch, heer, dat gij haar hebt; Want anders gaat gij zonder geld naar huis. ANGELO. Neen, geef de keten, heer, in allen ernst; De koopman wordt gewacht door wind en tij, En 'k hield hem tot mijn spijt te lang reeds op.