Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


»Ja, heer, zoo zal het gegaan zijn. En nu zal die Amat wel zelf naar de Soengei Tekoeng gaan, om de diamanten te halen." »De schurk!" siste Kees. Nog eenigen tijd verdiepten ze zich in hun vermoedens. Toen liet de vermoeidheid zich weer geducht voelen. Kees dacht er over een geschikte plek te zoeken, om even uit te rusten.

Toen vroeg Petinggi Datoek plotseling: »Wat wilt u toch eigenlijk zoeken bij die Soengei Tekoeng?" »Dat kan ik je niet zeggen, Petinggi! Het is een geheim en niet eens van me zelf, doch van een ander, zoodat ik er zeker niet over spreken mag."

»Dat is goed, heer! Wie het eerst aankomt, wacht op de anderen." »Afgesproken!" besloot Kees. Daarna begaf hij zich naar de gevangenen. »Wie van jelui weet het beste den weg op de Soengei Tekoeng en wie kan me daarvandaan zoo spoedig mogelijk naar den weg door het gebergte brengen?" »Ik weet overal in die streken goed den weg, heer," antwoordde één der mannen.

Na eenige uren bereikte men de monding van de Tekoeng. Zoo was Kees eindelijk op de rivier, die hij met zooveel moeite gezocht had. Hij kon niet laten zijn blijdschap te uiten tegen zijn trouwen Marti, die echter als steeds de zaak kalm en ongeloovig opnam. »U zult het nest wel leeg vinden, heer. De Maleier zal al wel hier geweest zijn." »De ellendeling!" riep Kees, plotseling boos wordend.

Kees zuchtte. »Dat hangt er van af, welke je bedoelt," zei hij. »Er zijn meer rivieren van dien naam in het binnenland." »Ik bedoel de zijrivier van de Soengei Sibaoe weet je diè?" »Ja," zei Kees. »Ik weet ten minste, dat er Sibaoe-dajaks bestaan. Dat moeten geduchte koppensnellers zijn. Ik ben echter nooit in die streken geweest. Maar wat is er met die Soengei Tekoeng?"

»Die kennen we, heer." »Is dat hier ver vandaan?" »Neen, heer; één dag de rivier op ligt de monding van de Tekoeng." Kees trilde van opwinding, doch het was noodig dat hij zich beheerschte. »Dus, gijlieden kunt mij daarheen den weg wijzen?" »Ja, heer, ik heb daar vaak gevischt," zei één der gevangenen. »Is hier wel eens meer een blanke geweest?"

»Hier dichtbij is misschien niet veel, Senawa, dat is mogelijk. Maar ik weet een plek, waar veel steenkool in den grond moet zitten, en daar wilde ik eens gaan onderzoeken." »Waar is dat dan, heer?" »Aan de Soengei Tekoeng." De Dajak zeide niets, doch kuchte eens. »Weet je die rivier?" vroeg Kees.

Kees slaagde er in, door voorzichtige vragen, ongemerkt te vernemen, dat er werkelijk een Soengei Tekoeng bestond, en verder, dat deze rivier op ongeveer vijf dagen ten Noorden van het dorp Metoedjoe lag. De wetenschap, dat de gezochte rivier werkelijk bestond, stemde hem zeer opgewekt.

»Ja, heer," zei de Dajak aarzelend. »Een paar oogsten geleden was hier ook een blanke, die naar de Tekoeng wilde. Hij heeft daar eenigen tijd gezocht en is toen plotseling gevlucht. Weet u daar iets van?" »Neen, daar heb ik niets van gehoord," loog Kees. »Waarom vluchtte hij?"

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek