Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


In een van RUYSBROECK'S werken wordt van zulke menschen gezegd: "rechte alse dat ghetouwe, dat selve ledich es ende sijns meesters beidet, wanneer hi werken wilt" . De overeenkomst is te treffend om aan toeval te mogen worden toegeschreven; met het oog op eene vroeger medegedeelde uiting van een tijdgenoot, zou men geneigd zijn aan te nemen dat TAULER hier RUYSBROECK heeft nagevolgd; doch ook het omgekeerde is mogelijk.

In een zijner oudere preeken zegt TAULER van de broeders en zusters van den vrijen geest, die volslagen werkeloos willen blijven om God ongestoord te laten inwerken op hunne zielen, dat zij niets doen "recht wie ein Werkzeug ledig ist und auf seinen Meister wartet wenn er arbeiten will."

Dat in het tiende hoofdstuk de gestelde aardrijkskundige grenzen even zijn overschreden, om naast Ruusbroec en Dionysius den Kartuizer ook Eckhart, Suso en Tauler tot getuigen te kunnen roepen, zal wel geen verdediging behoeven. Hoe gering lijkt mij het getal der doorgelezen geschriften uit de veertiende en vijftiende eeuw, vergeleken bij alles, wat ik nog wel had willen lezen.

De indeeling der zielekrachten bij RUYSBROECK gelijkt op die bij ECKHART; doch beiden kunnen die hebben ontleend aan AUGUSTINUS. De indeeling der zielekrachten in hoogere en lagere komt bij TAULER zoowel als bij RUYSBROECK voor; TAULER legt den nadruk vooral op de begeerte en den toorn, die eveneens bij RUYSBROECK genoemd worden. Maar ook THOMAS AQUINAS geeft deze indeeling.

Het is vooral Meester ECKHART op wien wij hier het oog moeten richten, want de twee andere groote mystieken der 14de eeuw, SUSO en TAULER, waren beiden zijne leerlingen, al gingen zij ook eigen wegen. Meester ECKHART, "wien God niets verborg," zooals een schrijver van lateren tijd het uitdrukt, was in menig opzicht de grootste en zeker de diepzinnigste der Duitsche mystieken.

De roep van heiligheid, uitgaand van zijn leven en zijne werken, bracht talrijke bezoekers uit Dietsche en Duitsche landen, ook wel eens uit Parijs, naar Groenendaal. TAULER en GEERT DE GROOTE behooren tot de beroemdsten onder hen.

Het is zeer wel mogelijk dat de jonge kanunnik van Sinte Goedele de lessen van den Duitschen meester te Keulen heeft gevolgd; en in allen gevalle wel waarschijnlijk, dat diens geschriften invloed hebben gehad op zijne theologische vorming. Anderzijds heeft, gelijk wij reeds zagen, RUYSBROECK'S persoonlijkheid invloed geoefend op die van TAULER.

Van hem over zijn leerling Tauler gaat de lijn der mystiek steeds meer naar de waardeering van het praktische element: ook Ruusbroec verheft den stillen nederigen arbeid, en Dionysius de Kartuizer is de volkomen vereeniging in één persoon van den praktischen zin voor het dagelijksch godsdienstleven en het heftigste individueele mysticisme.

Bij Tauler: "In dezen verzinkt de gelouterde, verklaarde geest in de goddelijke duisternis, in een stille zwijgen en in een onbegrijpelijk en onuitsprekelijk vereeren, en in dit inzinken wordt verloren alle gelijk en ongelijk, en in dezen afgrond verliest de geest zichzelven en weet van God noch van zich zelven, noch gelijk noch ongelijk, noch van niets iets, want hij is gezonken in Gods eenigheid en heeft verloren alle onderscheiden."

Meer zekerheid dan omtrent SUSO'S betrekking tot de Nederlandsche mystiek geeft ons een bericht aangaande den derden der groote Duitsche mystieken: JOHANNES TAULER, evenals SUSO een tijdgenoot van RUYSBROEC, doch met dezen bekend en zelfs een zijner bewonderaars. In een geschrift van dezen tijd lezen wij: "Dese Tauweler hadde den prior Jan van Ruysbroeck in groter ende sonderlingher reverenciën.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek