Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Cassandane zeide: »Gij hadt den knaap toch nog wel eenige maanden bij ons kunnen laten. Uw veldheer Megabyzus zal het kleine volk der Tapoeren alleen wel tot zijn plicht weten te brengen." »Daar twijfel ik niet aan," antwoordde de koning; »maar Bartja zelf was verlangend naar eene gelegenheid, om zijne heldhaftigheid te toonen. Ik vond dus goed hem aanstonds in het veld te zenden."
»Ik beveel: binnen vier maanden!" riep de koning, »en zou wel eens willen weten, wie daar tegen op zou durven komen. En thans, vaarwel, vrouwen! Denk aan de oogen der koningin, Nebenchari, en wanneer mijne gemalin het u toestaat, moogt gij, als haar landgenoot, haar morgen bezoeken. Vaarwel! Bartja laat u groeten. Hij is op weg naar de Tapoeren." Atossa wischte zwijgend een traan uit het oog.
Zoo dikwijls een angaar het plein voor het paleis opreed, met eene boodschap aan den koning, haastte zich de eunuch hem uit te hooren van waar hij kwam, en of hij geene tijding had van het leger tegen de Tapoeren. Eindelijk verscheen de langgewenschte bode, met het bericht, dat de oproerige stam volkomen ten onder was gebracht, en Bartja binnenkort huiswaarts zou keeren. Drie weken verliepen.
Cambyzes beet zich op de lippen, en zag Bartja doordringend aan. Toen hij bemerkte dat zijn broeder zijn bliksemend oog niet verdragen kon, riep hij scherp en dreigend: »Maak gij maar dat ge bij de Tapoeren komt! Mijne gemalin heeft uwe bescherming niet meer van noode. Zij heeft thans anderen die haar bewaken."
Den eunuch scheen haar woeden en razen ontzaglijk te vermaken, want hij wreef zich onophoudelijk de handen, lachte dat hem de tranen langs de bolle wangen biggelden, en ledigde verscheidene bekers wijn op de gezondheid der gemartelde schoone, alvorens hij op deze wijze zijn verslag vervolgde: »Het was voor mij niet geheim gebleven, dat Cambyzes zijn broeder Bartja, die de Egyptische hierheen had geleid, enkel en alleen uit ijverzucht tegen de Tapoeren zond.
»O, thans zult gij zien dat ik de zege behaal, ook al stond ik met duizend man tegenover tienduizend Tapoeren!" 's Jongelings oogen fonkelden. Hij dacht aan Sappho. »Het zal mij verheugen, als gij uwe schoone woorden verwezenlijkt. Maar, wacht even, ik heb u nog iets te zeggen. Gij zijt twintig jaar oud en moet trouwen. Roxane, de dochter van den edelen Hydarnes, is huwbaar geworden.
Waarom wilde hij Nitetis, vóor zijn vertrek naar de Tapoeren, nog eenmaal zien? Waarom bloosde hij zoo, toen hij dit verzoek deed? Waarom had die Egyptische hem zoo geroemd? »Het is goed, dat hij van hier gaat, want hij mocht mij anders ook eens de liefde van deze vrouw ontrooven," dacht de koning. »Ware hij niet mijn broeder, ik zond hem daarheen, van waar niemand ooit terugkeert."
Toen hij met zijn broeder de vertrekken der vrouwen verliet, nam hij een kort besluit, en riep hem toe, alvorens van hem te scheiden: »Gij hebt mij verzocht u in de gelegenheid te stellen, uwe dapperheid door daden te toonen. Ik wil u hierin ter wille zijn. De Tapoeren zijn opgestaan. Ik heb een leger naar hunne grenzen gezonden.
Bischen, een oud hoofdman van Cyrus, die Bartja het eerste onderricht had gegeven in het pijlschieten en speerwerpen, die in den krijg tegen de Tapoeren aan zijne zijde had gestreden, en hem liefhad als zijn eigen zoon, viel den jongeling in de rede, zeggende: »Gij behoeft van uwe vrienden geen afscheid te nemen, want de koning, die buiten zichzelven is van razernij, heeft mij bevolen, u, en allen, die ik bij u mocht vinden, in hechtenis te nemen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek