United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook beweert men dat er 'n nieuwe lezing is uitgedacht van de laatste verzuchting des bakers, die 'n eind maakt aan den langen stryd over zyn mannelykheid, en die de hooge waarde van Stoffel Pieterse's grammatikaal-theologische roeping in 't helderst licht plaatst, waardoor op-nieuw de overeenstemming wordt aangetoond tusschen de wetenschap en de heilige boeken van ons geloof."

Als in de genesis-legende, en in het drama van Faust, moest ook de weetgierigheid van Wouter, samensmeltend met de aantrekkingskracht die 'n onbeduidend meisjen op hem uitoefende, het middel wezen om hem toeterusten tot den stryd dien hy zou te voeren hebben. Waarheid in legende. Maar, Wouter, lees je dan thuis geen boeken over 't geloof?

In een land waar de officieele distinkte zóó wordt te-grabbel gegooid ... Het zy zoo! Wat ik gedaan heb, heeren? Wel, ik dééd wat in den Havelaar geschreven staat. Is dit niet genoeg? Wat deedt gy? Wat ik gedaan heb, nogeens? Ik ving, geheel alleen staande, in dreigend levensgevaar en met opoffering van allen welstand, den stryd aan tegen lieden van uwe soort, d.i. tegen het Onrecht.

Doch hy meende dat de aanlokkelykheid van een zelfoffer hier niet bestond, en vreesde als hy in 't eind zou moeten overgaan tot ernstigen stryd tegen 't onrecht zich te moeten spenen van 't ridderlyk genoegen dien stryd te hebben aangevangen als de zwakste. Ja, dit vreesde hy.

Hy begon z'n "Ippel" z'n "Strabbe" z'n "Oefening in 't kunstmatig lezen" z'n "Vaderlandsche- en andere Geschiedenis-boekjes" lief te krygen als gewaardeerde vyanden, die hy onder de oogen zyner uitverkorene verslaan zou in eerlyken stryd.

Nu moest ik 'n dubbele pen hebben, om te vertellen wat Oom Sybrand zei, die teruggekeerd was na mevrouw Holsma te hebben thuis-gebracht, en te-gelyker-tyd den uitroep van Wouter behoorlyk weertegeven, die met open mond en verdraaiden hals zat te kyken naar het tooneel van den stryd. Waar is Femke? vroeg Holsma. Ze wil niet, zei Oom Sybrand. Ik dacht het wel. O God, daar is ze! riep Wouter. Wie?

Nou ... ik had haar ter-dege beet, blufte de dappere Petró, en toonde een blauwe plek aan de pols, waaruit ik zou besluiten dat Femke háár had beet gehad. Ze moet weêrkomen, riep Gertrude, ik zal 't haar verleeren! En ik, zei Mina. Zoo was ieder heldhaftig geworden, na den stryd. Dit gebeurt wel meer.

Een kind, het onnoozelste, Een waarzegger. Een profeet. Een derwisj. Een fakir. Iemand die raadsels oplost. Een ruiter wiens paard na 'n bepaald oogenblik 't eerst hinnikt ... Nieuwe stryd! «Myn fakir is haveloozer dan de uwe.» «Myn skelet rammelt uitstekend.» «Zie myn kandidaat eens, hy loopt de zon voorby.» «Gekheid!

In den jaare 442, zyn de Noormannen, een onrustig volk, leevende van den roof, om buit in Friesland gekomen; en hebben 't land tot den grond toe bedorven, maar Richold, een man van onbezweeken moede, trok hun by Grunenberg , nu Groningen, te gemoet; doch verloor in dien stryd, alzo zyn volk moede was van den tocht, by de 300 mannen, en, ten zy de nacht daar niet tusschen gekomen ware, zouden de vyanden hem met de zynen geheel verslagen hebben.

En dit vertaalde Femke aldus: zon... Peru... Aztalpa... Kusco... Wouter! Jaag de kinderen weg... ze gooien vuil op de bleek... Femke vertaalde: moedig in den stryd tegen de vyanden van Peru... hy de edelste telg der Inca's... Telasca... Wouter! Och... alles riep: Wouter! En hy kwam niet! Den eersten dag was zy bedroefd. Den tweeden, ongeduldig. Den derden, ongerust...