United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Des prinsen stokpaardje waren de nationale vermaken. Hij was in Spanje geweest, had er serenades gebracht en een liaison gehad met een Spaansche, die op de mandoline speelde. In Zwitserland had hij gemzen gejaagd; in Engeland had hij in een rooden jachtfrak over graven en hekken gesprongen en legde tegen een weddenschap tweehonderd fasanten neder.

Dit punt laat trouwens ook in onze dagen veel te wenschen over. Dat jammer is. Want het is 'n kind nutter te weten hoe 't koren groeit, dan het te kunnen toespreken in vreemde taal. Maar 't zou kunnen samengaan. Buiten 't verzenmaken bereed meester Pennewip nog 'n stokpaardje, dat hem boven ieder ander aanspraak gaf op 'n troon.

Veroorloof mij het 't eerst over Zola te hebben. De cyclus der Rougon-Macquart is een reuzenarbeid op valsche basis, wat het wetenschappelijke aangaat en ongeveer hetzelfde wat betreft de bezielende impulsie, die den cyclus in zijn gehéél tot kunstwerk kon opvoeren. Behoeft het eerste nadere aanduiding? Is er iets respectabels, iets van langer dan mode-duur blijven staan van dien fameuzen "stamboom", van de populaire "heriditeit", van de "voorbeschiktheid" van het individu? Kon Zola eene menschheid-omvattenden cyclus scheppen met een wetenschappelijken ondergrond, waar de geweldige evolutie Darwin Marx hem onbekend was en alleen een stuk Lombrosiaansch onderzoek zijne burgerlijke verbeelding hanteerde? Zien we niet in Zola en Ibsen hetzelfde verschijnsel, dezelfde misvatting: wetenschappelijk te willen voortbouwen op één schakel der Reeks, zonder kennis van de beginschakels, zonder welbegrepen doel? Dat heeft dan tengevolge, dat de wetenschappelijke hypothese uit zijn wetenschappelijk, maar vooral uit zijn sociologisch verband gerukt, een stokpaardje wordt tot de verdere ontwikkeling der theorie (zooals bij Lombroso bijv.) vooral door sociaal-wetenschappelijke onderzoekingen, het fraaie gebouwtje van den romanticus in puin werpt. Bij opmerkzame lezing van Le Docteur Pascal, waarin heel Zola's wetenschap gelucht wordt, kan men zonder moeite constateeren, dat de "Histoire naturelle et sociale d'une famille sous le second empire" op aarzelingen berust, dat het schip met zooveel kracht van wal gestooten, aan het willoos laveeren ging, tot het 't voorland der Moderne Sociologie aan den horizon ontdekte en al-zinkend die haven poogde te bereiken. Ik bedoel hiermede de pogingen in Pascal's schema om eenige "erfelijk-belasten", eenige "types criminels" (erfelijke moordzucht, drankzucht enz.) te verbeteren door hen naar een beter milieu te verplaatsen m. a. w. de pogingen, om door betere "omstandigheden" het individu aan de erfelijke belasting geheel of gedeeltelijk te ontrukken. Hier dus de inwerking der Moderne Sociologie, maar eene ònbegrepene, zich openbarend in anarchistisch streven, het zelfd systeem der kommunistische koloniën die te gronde moeten gaan door het verbroken of ontkend verband met de tegenwoordige maatschappij en de reeds bereikte economische ontwikkeling. Hadde werkelijk de cyclus Rougon-Macquart eene in dezen tijd wortelende wetenschapsbasis gehad, dan zou hij het hoogste vertegenwoordigd hebben, bereikbaar in de naturalistische kunst en had het lapmiddel "Les trois villes" achterwege kunnen blijven. Er is een even groote, misschien zwaarwegender reden wáárom Zola's arbeid geen artistiek geheel kon zijn, waarom gij uwe "Overtuiging" (zie Levensleer) verloren hebt, waarom alle Kunst zonder sociaal-demokratische impulsie schijnleven krijgt: er is geen vrijwillige levensarbeid denkbaar zonder de groote, kalme vreugde van een Ideaal. Ik kan mij niet voorstellen welke vreugde in het algemeen die van de schrijvers dezes tijds is, veel minder hoe men eene overtuiging-uit-een-stuk voor zijn gansche leven kan bewaren, wanneer die niet tot een onverwelkbaar geloof is gegroeid. Zola had geen Horizon. Als burgerlijk wereldverbeteraar, dobberend in zijn Lombroso-hulkje, kritiseerde hij voor de vuist weg, alles in het negatieve, zonder te weten w

»Juist, Pyg.... je bent vrij om heen te gaan, maar je bent niet vrij om te blijven! Hoor je dat? Ik raad je dus aan om je bullen bijeen te pakken." »Maar, wat zal er van mij worden, master Perry?" »Dat zijn zaken, die niemand anders aangaan dan je zelven. Je bent immers vrij!" »Maar als ik dan vrij ben...." hernam Pygmalion, die maar steeds op zijn stokpaardje terugkwam.

Ja, ook Helmond moest in stilte bekennen dat het wat erg liep. Ofschoon zulk een bemoeiing in zake van afkomst, het stokpaardje van dien majoor bleek te zijn; hoewel hij volstrekt niets te verzuimen had en hij zich voor deze bereddering letterlijk heeft opgedrongen, men moest toch erkennen dat niemand hem bepaald weerhouden heeft, en zelfs dat mama en Eva door haar openlijk betoon van ingenomenheid, hem zeker tot handelen hebben aangevuurd. En nu, terwijl men hem dan een tijd lang rustig liet begaan; nu men bijeen is gekomen om zijn verslag te hooren ofschoon Helmond zelf het wel graag had ontweken nu de majoor werkelijk reden meent te hebben om papa te kunnen feliciteeren; zie, nu zet die oude heer zich eensklaps zoo schrikkelijk stijf in den zadel. Indien het onmogelijk was,

Sprak de administrateur ernstig of gekscheerde hij slechts? Wie zal dat uitmaken? De goede man was tot alles in staat, zelfs tot het spreken van wartaal, van onzin, wanneer hij zijn stokpaardje besteeg. In ieder geval stond de dwaze Pygmalion daar, verbouwereerd te kijken en wist niet wat te antwoorden.