Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Lewin kwam dikwijls van zijn landgoed, waar hij altijd bezig was, naar Moskou over. Wat hij daar buiten deed, kon Stipan zich maar niet begrijpen en hij stelde er dan ook weinig belang in; maar bij Lewins aanblik, wanneer deze te Moskou kwam, kon hij nooit een spotlachje onderdrukken, want dan was hij haastig, opgewonden, een beetje verlegen en boos over die verlegenheid.

Met een minachtend gebaar neemt hij door het gouden lorgnet de omstanders op; met een zekere onverschilligheid hangt hij den elpenbeenen knop van zijn rotting op in het derde knoopsgat van zijn jas, van boven af geteld, en een spotlachje krult zijn lippen, als een vreemde klank zijn oor treft.

Doña Consolación luisterde eerst met een spotlachje op de lippen, doch dit verdween allengs, ze begon aandachtig te worden, daarna ernstig en eenigszins in gepeins verzonken. De stem, de zin der verzen en de zang zelf maakten indruk op haar: dat dorre, droge hart dorstte wellicht naar regen.

Nog eenmaal keerden zij met staatsie den vertrekkende den rug toe, en nog eenmaal moest ik een spotlachje onderdrukken over het abnormale machtsbegrip en het gebrek aan gemoedelijkheid bij deze menschen met hun zonderling "point d'honneur". Toen het donker werd gingen de zendelingen en de administrateur van boord.

Kwam ik hem nu in de kampong of elders tegen dan keek de machtige ernstig voor zich, zijn vrouw draaide me, wanneer ik haar beleefdheidshalve groette den rug toe en ik zelf kon niet helpen dat er een spotlachje op mijn gezicht kwam over de ongemoedelijke beleedigde Indische majesteit.

De Boer kijkt het tafelgezelschap rond, en hij meent op meer dan één gezicht een spotlachje te bemerken. Doch op den heer met den hoogen boord blijft zijn blik iets langer rusten, en met plotselinge verbazing roept hij, de groote hand naar den hoogen boord uitstrekkend: »Alle menschen, jongens, daar heb je onzen kippendief! Zeven kippen heeft hij ons ontstolen, zeven kippen en een haan!

O, hadden wij het maar gemerkt, welk gevaar hem dreigde, dan zouden wij hem wel gewaarschuwd hebben, maar wij wisten er niets van, want wij zaten rustig in onze schuilhoeken verborgen en dachten aan geen schoenmaker. Op zijne teenen sloop de beleedigde man nader, met een spotlachje op de lippen. Nu had hij den kant van de beek bereikt. Bob hoorde hem niet; hij dacht aan geen gevaar.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek