United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij de kruispunten der niet al te talrijke straten, erlangt de blik veelal een meer uitgestrekt waarnemingsveld, alwaar boomgroepen zich verheffen, die met hare breeduitgespreide takken en hare dichte loofkruinen de daken der woningen beschaduwen en waarin geheele scharen van veelkleurige wilde papegaaien en lorries bijna onophoudelijk snateren.

Ook dat nog!" En zij zeilde de deur uit en zag er van achteren zoo eerwaardig en standvastig uit als de onschuld, als ze naar de gerechtsplaats geleid wordt. De beide Franschen lachen en snateren, maar zij stoort zich daar niet aan, en toen zij de gang afgaat, treedt de Fransche overste met zijn adjudant in volle uniform uit de blauwe kamer en maakt eene beleefde buiging voor haar.

Soms lieten ze wel een doordringenden waarschuwingskreet hooren, als Cheplahgan boven Ismaques uit de blauwe lucht kwam neerduikelen, maar ze schenen best te begrijpen hoe die ongelijke strijd moest eindigen, en ze hadden er met elkaar heel wat over te snateren; ik heb echter nooit kunnen ontdekken wat ze eigenlijk precies vertelden.

Omdat men daar, waar zij ons oor treffen, bijna nooit het gezang van andere Vogels hoort, maar gewoonlijk niet anders verneemt dan de stem van watervogels, het snateren van Ganzen en Eenden, het kwaken van Reigers, het ratelen van de Roode Patrijzen, stelt men trouwens ook bescheidener eischen en is men geneigd een zachter oordeel uit te spreken.

De spreekduivel sleepte mij mee en deed mij gedurig snateren: dit is een groot ongeluk voor mij. Dan verbittert zich mijn arme gal en doet ze mij allerhande dingen zeggen, die niet gemeend zijn. Genade, messire kapitein, en gij allen, mijne heeren, bidt voor mij.

De hoofdstellen werden gepoetst en opgeknapt, de dekkleeden geschuierd. Het was een gelach en gepraat van de bedienden, een brieschen en hinniken van de paarden, en een kakelen en snateren van het opgeschrikte pluimvee zonder einde. Ginds, buiten de poort, op dat weiland, zagen zij een ander tooneel.

Daar ligt het dorpje stil te baden in die heerlijkheid, met de cijfers en de wijzers van de uurplaat op den kerktoren die tintelen als goud; daar staat de oude, houten molen droomerig op zijn berm, als een sterke, kalme reus, die met gekruiste armen in starende bespiegeling van al zijn vroegere vermoeienis schijnt uit te rusten; daar komen in de verte reeds de schooljongens, die nog niets vermoeden, die mij nog niet zien en als een troepje uitgelaten vogels klepperen en snateren, de kragen opgetrokken, de schouders huiverend, de verkleumde handjes in hun dikke, wollen wanten.

Dan toonde ook Cornelia de kracht harer spieren en liet haar man de zeldzaamste geluiden uit zijne buik komen, terwijl Jako zat te snateren in zijne kooi, de twee honden samen allerlei kunsten uitvoerden en John Bull, door het voorbeeld aangestoken, zijne malste grimassen vertoonde.

»Niet te dicht aan den kant, Marten," zei Heer Jan. »Ha, wat is het hier een uitstekend geschikt plekje. Hoor je ze al snateren, Marten?" »Of ik!" riep Marten met gedempte stem, om de vogels niet te verjagen, want het was een schuw volkje, dat bij het minste gerucht de vleugels repte en een goed heenkomen zocht. Ook nu hield het gesnater al spoedig op. »Ik zal tusschen het riet roeien.

Het geboomte was weinig, de wind schraal, doch van geringe kracht; en ik vernam niets levends of dat zich roerde, dan een soort van kleine struisvogels, die een heesch geluid gaven, en op mijne nadering als verschrikt door een liepen. Ik zag hier en daar eenige holen als van konijnen. Ook hoorde ik daaromtrent het klapperen en snateren van gevogelte, dat zich opdeed, niet ongelijk aan eendvogels.