Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Al wist zij, dat haar grootmama steeds op een afgezonderde hoogte had gestaan, van waar haar naar liefde smachtend kinderhart steeds een ijskoude luchtstroom was toegewaaid, zoo had zij er toch nooit aan getwijfeld, dat die zekere mate van terugstootendheid uit iets anders voortvloeide dan uit de strengheid van zeden en de verhevenheid dier trotsche vrouwenziel"... Even haalde-die adem, blies, zei lachend: "da's 'n zin om van buiten te leeren, wat?"
En wanneer de slanke, duizendvonkig schitterende lijven elkander beroerden, weerklonken heerlijke accoorden als van kristallen klokjes en de middelste strekte als vervuld van smachtend verlangen het kopje ten spiegel uit, terwijl de blauwe oogen zeiden: „Gij kent mij dus gij gelooft dus aan mij, Anselmus? in het geloof slechts is de liefde gij kunt dus beminnen?” „O, Serpentina, Serpentina!” riep de student in uitzinnige vervoering, maar archivaris Lindhorst ademde haastig op den spiegel, toen voeren met electrisch geknetter de stralen in het brandpunt terug en aan zijn hand schitterde slechts weer een kleine smaragd, waarover de archivaris den handschoen schoof. „Hebt u de gouden slangetjes gezien, Mijnheer Anselmus?” vroeg archivaris Lindhorst. „God, ja,” antwoordde de student, „en de bekoorlijke liefste Serpentina.” „St,” ging archivaris Lindhorst voort, „voor vandaag is het genoeg en overigens kunt u, indien u er toe besluit bij mij te komen werken, mijn dochter vaak genoeg zien, of liever, ik zal u dit genoegen verschaffen, wanneer u arbeidt, zooals het betaamt, dat is: met de grootste nauwkeurigheid en vlekkeloos ieder teeken overbrengt.
Vrijheid was voor mij het middel om de gehoorzaamheid aan mijne stiefmoeder te ontloopen, vrijheid was mijne manwording, de verlossing van het smachtend schoolleven, mijne opbeuring uit de zielesmait en uit de vernedering, die mij het leven zoo bitter en zoo somber hadden gemaakt.....
De sterretjes waren verdwenen. Omdat zy te flikkerend schéén. Het is voor zoo'n maan niet pleizierig Alleen aan den hemel te staan. Die eenzaamheid brengt aan het kniezen, En helpt het humeur... naar de maan. Ze zocht hier-en-daar wat verstrojing, En troostte wat smachtend gevoel, En hielp een paar dichters aan verzen, Maar bleef als die verzen zoo koel.
Zij wisten niet beter, al zagen ze smachtend naar iets beters en hoogers uit; maar wij, die beter weten, althans behoorden te weten, wat bedoelen wij met onzen terugkeer naar dit machteloos gebleken ideaal....
In het voorjaar komen de Marmotten in zeer vermagerden toestand voor de opening van haar winterwoning, zien smachtend uit naar iets eetbaars, en moeten dikwijls ver loopen, om aan de hoeken en kanten der bergen, daar waar de wind de sneeuw heeft doen verstuiven, een weinig verdord gras te vinden. De jacht en de vangst van de Marmot bieden vele moeilijkheden aan.
In de tegenwoordigheid van Cleopatra was hem, namelijk het beeld van Helena, nog duidelijker voor den geest gekomen dan vroeger tegenover haar dat der nog altijd onvergelijkelijke Vorstin. Een smachtend verlangen zooals dat, waardoor hij in de laatste dagen werd gekweld, was hem tot dusver alleen maar bekend geweest uit de wereld der verdichting.
Immers door een pijl der Lust Moest Zeus voor u ontgloeien; en der minne juk Met u vereend te dragen is zijn wensch. Doch gij Versmaad, o kind! dit hooge huwlijksleger niet; Maar ga waar Lerna op haar welig grastapeet De driften weidt uws vaders. Dat uw aanblik daar Het godlijk oog verblijde dat u smachtend zoekt. Met vindt hier als den oorsprong van hetgeen onze dichter van Elpine zingt:
Een blik op Iweins gelaat deed het geheele verleden in haar ontwaken; zij doorleefde weer het volmaakte geluk der eerste huwelijksmaanden, de smart om de wreede scheiding, het smachtend verlangen naar Iweins terugkomst, gevolgd door het gevoel van bittere vernedering, toen de termijn verstreek, zonder dat hij tot haar wederkeerde.
Het gehuil van den hond deed aanstonds eene gedachte opkomen in zijn afgemarteld, naar vergetelheid smachtend brein. »Op de jacht!" brulde hij, overeindspringende, zijne ontstelde hovelingen toe. De jagermeesters, stalmeesters en de opperbewaker der honden spoedden zich voort, om het bevel van hun heer ten uitvoer te leggen, die hun nog toeriep: »Ik wil den ontembaren hengst Reksch bestijgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek