Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
En toch, de jongeling slaapt niet zooals een der laatstgenoemden; neen, zijn geest woont nog in hem, maar ook die geest heeft veel geleden, ook die heeft vermoeienissen doorgestaan, en is door nijdige prikkels als afgemarteld. Willem Van Male slaapt.
Het gehuil van den hond deed aanstonds eene gedachte opkomen in zijn afgemarteld, naar vergetelheid smachtend brein. »Op de jacht!" brulde hij, overeindspringende, zijne ontstelde hovelingen toe. De jagermeesters, stalmeesters en de opperbewaker der honden spoedden zich voort, om het bevel van hun heer ten uitvoer te leggen, die hun nog toeriep: »Ik wil den ontembaren hengst Reksch bestijgen.
PHILOSTRATUS. Neen, mijn eedle vorst, 't Is niets voor u; ik heb het pas gehoord, En het is niets, ter wereld niets, tenzij Gij u verlustigt in hun goeden wil, Die zich heeft afgemarteld, om dit vod Voor u te leeren. THESEUS. Hooren wil ik 't stuk, Want nooit is iets verkeerd of ongepast, Wat eenvoud in oprechten ijver biedt. Ga, breng hen hier; en ieder neme plaats.
En waarom, als schilders conterfeitsels van den oorlog wilden scheppen, waarom moesten het telkens schitterende uniformen zijn, en steigerende paarden, en wapperende vlaggen en trofeeën; en niet de gruwelijke, anonieme, vuile en triestige doodsellende van één enkel, onschuldig, afgemarteld wezen: het simpel soldaatje, één en miljoenenvoudig, de Menschheid zelve, die voor de grillen of belangen van slechts enkele machtigen vermoord wordt?
Maar zij richtte heur afgemarteld hoofd op en, hare handen wringend, ijlde zij bijna van smart: Ja, God, ik heb het gedaan... ik heb het nu eenmaal gedaan... Een lange brief... En o, het is vreeselijk... het is vreeselijk, het is vreeselijk, dat ik het gedaan heb... maar ik weet niet meer, wat ik doe, ik weet niet meer, wat ik wil, ik weet niet meer of ik van hem hoû, of dat ik niet van hem hoû, of dat ik van een ander hoû... ik weet niets meer... En alles klopt hier en klopt hier in mijn hoofd!... Toen heb ik het geschreven, omdat ik dacht, dat het mijn plicht was... Ik zou hem ongelukkig gemaakt hebben... Maar het is wel vreeselijk, dat ik het gedaan heb... Misschien had ik het niet moeten doen, misschien had ik toch wel van hem kunnen houden... O God, ik wou, dat het nu maar uit was, dat ik dood was, want ik kan niet meer, ik kan niet meer...
In de volgende dagen heeft eene menigte uit zoowat alle standen, die het moeilijk valt bij name te noemen, in het net der lastering verstrikt, de armen der beulen vermoeid, na van te voren door pijnbank en lood en zweepslagen te zijn afgemarteld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek