Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
De mensch, sluwer en wreeder dan eenig Roofdier, sluipt bij nacht en ontijd in het woud, en legt in de pas van den Haas den strik van koperdraad, waarin het onschuldige dier met den kop geraakt, en waardoor het geworgd wordt. Dit doet evenwel alleen de strooper, niet de echte jager." Van het "hazenstrikken" geeft Dr.
Onder de dieren, die deel uitmaken van de fauna der vlakten in de nabijheid der kustdorpen, treft men den jakhals aan, een stoutmoedigen roover, die in de tuinen sluipt en van alles eet, vooral groote, roode krabben, waarvan de rijstvelden vol zijn; dan den vos, die grooter en nog brutaler is, en een soort van wilde kat van wel een meter lang, die in de nabijheid der rivier leeft, zich ook met krabben voedt en niet gevaarlijk is.
Hij gaat naar 't huis van den koster, wekt hem, haalt hem half gekleed uit huis en zegt hem, dat hij den beer moet schieten, die om de schuur van Faber sluipt. "Als je den beer schiet, dan geeft hij je zijn zuster wel," zegt hij, "want dan word je opeens een geacht en geëerd man. 't Is geen gewone beer, die daar, en de beste man van 't land zou het voor een eer houden hem te vellen."
En wij zien in den lichtbundel de breede, korte gestalte van mijn kameraad Kreel verschijnen. Hij draait, zoekend, het hoofd naar rechts en naar links. "Fluit, zeun!" fluistert Trijn. Ik fluit. Dan staat Kreel met enkele groote stappen tusschen ons. Mijn zuster Trijn doet, zooals iemand doet, die een spook ziet. Zij keert zich om, en sluipt, ineengedoken, naar den uitgang van Kreels erf.
De Sprinkhaan ginds, die nog een sprong doet, voor hij zich te ruste begeeft, heeft genoeg gedruisch gemaakt, om door de groote ooren van den Fenek opgemerkt te worden; meer door nieuwsgierigheid dan door eetlust gedreven, sluipt de sierlijke gestalte nader om den levenmaker te dooden; de vlugge Hagedis heeft zich verroerd, en dadelijk is de Fenek bij de hand, om te zien, wat er te doen is.
Met de grootst mogelijke voorzichtigheid moet de inboorling zich naar een dezer slaapplaatsen begeven; hij sluipt van boom tot boom, kruipt van den eenen struik naar den anderen en doet zijn uiterste best om zoo weinig mogelijk de aandacht te trekken van de waakzame Vogels.
Meer hoort de manke niet, want ’t is hem draaierig in ’t hoofd geworden bij de laatste woorden van Mijntje. Stil als een hond, die slaag heeft gehad, sluipt hij weg van de deur. Als hij het slop uit is en in de straat, komt het hem voor alsof de keien tegen zijn hoofd springen; werktuiglijk loopt hij voort.
Wáár ie dan ook in de wereld zweeft, as 't teminste in geen cel is, dat 't verlangen na z'n liefde in z'n hart schiet maar dan mot en zal ie na De Haag. En stiekum sluipt ie as 'n dief dat ongelukkige straatje in, waar d'r man die slaapstee houdt.
Behendig klimt hij, evenals gene, bij de halmen op en neer, vlug sluipt hij op den bodem tusschen het rietgras door, en evenals de Rietzangers verbergt hij zich in tijd van gevaar te midden van dicht bijeengroeiende halmen.
Hij wacht op een afstand: ongeduldig van hartstocht, draagt hij zijn vriend op, hem den afloop van de onderhandeling met kanonschoten te seinen. De hoofdman treft Charlotte niet thuis en wacht. Eduard kan zijn ongeduld niet bedwingen en sluipt naar zijn kasteel. Bij het meer ziet hij Ottilie met zijn kindje zitten en de geliefden omarmen elkaar vrijmoedig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek