United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geruimen tijd bleef hij zoo goed als gedachteloos ronddwalen. Aan de rivier zag hij, ondanks 't reeds vergevorderd uur, nog eenige sjouwerlieden bezig met het laden van een schip; en alsof hij er eenig belang bij had, volgde hij nauwlettend hunne bewegingen, nu eens zich afvragend hoe ze die baal daar over de loopplank zouden krijgen, dan weer het hoofd schuddend over hunne onhandigheid.

Van de eene brug tot de andere is de kade zwart van de menschen, zoo dicht opeengedrongen, dat men, om de geijkte uitdrukking te bezigen, "over de hoofden zou kunnen loopen;" 't zijn varensgasten, arbeiders aan de werf, sjouwerlieden, vooral en die zijn niet de minst luidruchtigen vrouwen, jonge dochters en kinderen; maar onder die menigte van hoezeer ruwe en onbeschaafde, toch over 't algemeen ronde en eerlijke aangezichten, wier thans zoo norsche en gramstorige uitdrukking blijkbaar aan de opgewondenheid van het oogenblik is toe te schrijven, vertoont zich hier en daar een gelaat, waarop lage hartstocht te lezen staat, met oogen, die niet van toorn, maar van roofzucht schijnen te branden; oogen, die in rustelooze beweging zijn, nu her- dan derwaarts gluren en overal heen willen kijken, om zich alleen dan af te wenden, wanneer zij den blik ontmoeten van een eerlijk man: en gewis, wanneer wij de fielterige uitdrukking gadeslaan, die zich in den wezenstrek vertoont, wanneer wij letten op die geelachtige, dunne, fijngevormde, maar aan de uiteinden iets gekromde vingers, die zoozeer afsteken tegen de breede, door eerlijken arbeid vereelte, van spek doortrokken handen, die zich naast de hunne bewegen, dan behoeven wij geen dienaars van den Hoofdschout of zelfs geen volleerde gezichtkundigen te zijn, om in de eigenaars van zulke ongunstige aangezichten, van die listige oogen en van die kromme vingers, een slag van volk te zien, dat, zoo 't niet voorlang reeds met het tuchthuis en met de beulsknechts eene nauwe kennis heeft gemaakt, onmisbaar t' avond of morgen met hen in aanraking komen zal.

Hier den Europeaan in zijne sombere kleeding, daar den Jood of Moor, prachtig uitgedost in veelkleurige kleeding; Arabische sjouwerlieden en bedelaars, negers en mulatten; den Koerier van den Sultan en den Beduïn met zijn kameel, kortom, het was hier meer dan der moeite waard eens rond te zien.

Zelfs onder den eenvoudigen, maar nuttigen, stand der sjouwerlieden was zijn naam en persoon bekend. En niet alleen te Amsterdam. Het gebeurde in 1867, dat te Rotterdam aan het station van den Rhijnspoorweg bij het aankomen van een trein uit Utrecht, een aardig, knap juffertje stond bij eene geopende deur aan het plankier.

Drukte op de straat beneden haar of aan de overzijde was er nog niet op dit uur, en de weinige sjouwerlieden die zij eene vracht opladen of eene handwagen voortduwen zag, namen nog die zekere stilzwijgendheid in acht, welke den arbeidzamen mensch eerst schijnt te verlaten, wanneer de zon hoog aan den hemel staat. Zij bleef evenwel niet lang in hare waarnemingen verdiept.

"Goed!" was mijn antwoord: "alleen dat stuk," vervolgde ik, op het koffertje van Amelia wijzende: "moet ik terstond medenemen, omdat ik er iets uit moet nemen en het dan verder opzenden." "Heel wel, Mijnheer! als Mijnheer dan daarvoor maar een van die menschen wil nemen...." Ik zag om: een aantal knapen en sjouwerlieden had zich om mij heen gedrongen.

Men begrijpt gemakkelijk, dat men uit zulke duizendkunstenaars, uit zulke gom-elastieke mannen, zonder veel moeite alles maken kan, wat men wil: infanteristen, kavalleristen, trompetters, paukenslagers, of wat ook hunne overheid hun op den rug schuift sjouwerlieden, handwerkslieden, kooplieden of wat het toeval van hen maken wil, lakeien, kamerdienaars, en door hunne betrekking van kamerdienaar ook staatsbeamten, en ten laatste zelfs grands-seigneurs, waartoe zoowel geest als fortuin helpen, en waartoe de wil van een rijken groote of van den Czaar zelven hen roepen wil.

Voorts zag men overal troepen van sjouwerlieden, met allerlei meubels beladen; want de Armeniërs, die geene gelegenheid om een voordeeltje te behalen laten voorbijgaan, haastten zich hunne winterkwartieren te verlaten, ten einde die zoo duur mogelijk aan de buitenlieden te verhuren; maar zij droegen zorg, vooraf de kostbare meubelen te verwijderen, welke zij niet aan de nieuwe bewoners durfden toevertrouwen.

De arme lieden waren integendeel door hen verrast en vermoord. De schurken, die zich aan boord verscholen hadden zonder twijfel met behulp van de sjouwerlieden te Takou hadden geen ander plan gehad dan zich van de jonk meester te maken voor rekening van den Taï-ping, en zeker was het hun onbekend geweest dat Kin-Fo passagier aan boord van de Sam-Yep was.

De eerste, die zich den zwakste gevoelde, vermeed den tweede, maar hij deed dit op verbitterde wijze; die hem had kunnen gadeslaan, zou in zijn oogen de sombere vijandigheid der vlucht en de gansche bedreiging, welke in de vlucht ligt, gezien hebben. De oeverkant was eenzaam, er waren geen voorbijgangers, zelfs geen schippers of sjouwerlieden op de hier en daar liggende vaartuigen te zien.