Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Sire, antwoordde Uilenspiegel, uw wensch is mijn wil, maar 't schijnt mij, nietsweerdige, dat uwe Edelheid in de toekomende eeuwen niet veel genoegen zal smaken, zoo alleene op het doek te staan.

"Sire," antwoordde ik, "ik weet niet wie me beleedigd heeft; ik ben des nachts aangevallen door onbekende personen; dat is een ongeluk waarover ik mij wel dien te troosten." "Neen, neen," hernam de koning, "ik wil geen dupe zijn van uwe voorwendsels, men heeft mij alles gezegd, Prins Radziwil heeft u doodelijk beleedigd.

Gij ziet er niet rijk uit, sprak de landgraaf. Uilenspiegel antwoordde: Inderdaad sire; Jef, mijn ezel kon distelen eten, doch drie dagen reeds leef ik van ellende en eet ik rook van hope. Straks krijgt gij beters, sprak de landgraaf lachend, maar waar is uw ezel?

"Dan verwacht gij te veel van mij, sire," viel Radziwil bruusk in de rede, "liever stel ik mij bloot aan de verborgen lagen die zijn wraakzucht voorbereidt." "Uwe dagen zijn mij kostbaar," zeide de koning, "en ik wilde, dat deze zaak geen slechte gevolgen had. Om haar minder onaannemelijk voor u te maken, zal ik de eenige getuige zijn van die voldoening die ik u beveel den Spanjaard te geven."

Toen die twee dagen om waren, vroeg Li opnieuw een audiëntie bij den Koning aan, welke dadelijk werd toegestaan. Zijne Majesteit kwam Li met uitgestrekte handen tegemoet, en vroeg terstond: "Wel, hebt u kans gezien, eenig licht te vinden in de duistere zaak?" "Ik geloof inderdaad, Sire, dat ik den dader op het spoor ben." "Den dader?" riep de Koning verrast.

Alleronuitstaanbaarst is mij in een beestenspel de uitlegger. Gij lacht om zijn gemeen Fransch en nog ellendiger Hollandsch, om zijn eeuwig wederkeerende volzinnen: ik kan niet lachen. Hij ergert mij. Sire, ce n'est pas bien: Sur le lion mourant vous lâchez votre chien!

Plotseling ontstond er beweging aan de eeretafel, waar Heer Walewein, zich half oprichtend uit zijn zetel, den koning aansprak met de volgende woorden: "Sire, het zou niet stroken met uwen koninklijken staat, indien gij uw leven waagdet in deze onderneming, waarvan wij de strekking nog niet kunnen doorgronden.

Eens op een avond nam de dwerg den koning ter zijde en sprak tot hem: "Sire, het oogenblik is gekomen, waarop ik u door feiten kan aantoonen, dat, wat ik zeide omtrent de koningin en Heer Tristan, waarheid was. Let nu goed op, wat ik u zeg.

Zeer zeker, het kon niet worden ontkend dat er waarschijnlijk zoo met Akbar zou gehandeld worden, indien de omstandigheden werkelijk waren zooals hij ze nu voorstelde. Maar, Sire! stotterde ten laatste Aquaviva, dat alles is nu immers het geval niet! En wie kan zich Akbar, den grooten Keizer van Hindostan, denken als onderdaan van een onzer vorsten? Zeker, dat gaat niet; gelukkig voor mij!

O Sire, overdenk dat ik Gwyde van Vlaanderen een vrij geleide gegeven heb, en dat gij mij nu tot meinedige maakt!" Bij deze woorden was Charles de Valois allengskens in woede ontstoken. Zijn blik had zulke ongemene kracht dat Philippe le Bel op het punt was zijn vonnis te herroepen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek