Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
"Och ja, Sinjeur!" roepen uit één mond de beide dienstmaagden van Smit, die, nieuwsgierig met wie haar meester toch in gesprek kon zijn, inmiddels uit het voorvertrek zijn toegeschoven: "Och ja! 't is moedwillig in 't gevaar loopen, nu op straat te gaan." "Gekheid!" zegt Smit, de schouders ophalende: "waar is Willem?"
Ge meugt dien Sinjeur van Boanberg zoo weinig belang toeschrijven als ge wilt: wanneer hij kwaad van onzen jonker spreekt, dan is hij geen knip voor zijn neus waard.
Voor het te bedde gaan heeft de beschonken man gezegd, dat hij die fratsen wel kende, en als ze te lui was voor d'r werk, dat ze zich dan, evenals Sander, ook maar door zoo'n sinjeur moest laten oprapen; dat gaf nog betere rekening.
En Heynsz keek ook zuur, dat beloof ik u; "Mijnheer!" zei hij: "gij moogt dan Van Beveren heeten of niet, maar al ben ik geen Onderschout, zoo zou er toch een Onderschout kunnen komen en u vragen doen, die u niet aangenaam waren." "Sinjeur!" zei de ander: "als er een Onderschout komt, zal ik hem antwoorden. Aan u ben ik geen rekenschap verschuldigd.
"Wat is er van je dienst, Sinjeur?" klonk de stem uit de hoogte. "Ik wilde Monsieur Helding spreken." "Kom maar op!" antwoordde de stem: "en wees zoo goed, de deur weer achter je te sloiten."
In de kleine kamer achter de zaal laat hij zich op een stoel neervallen en wischt zich vermoeid de slapen. Goddank! hij is een oogenblik alléén. "Verrukkelijk! Heerlijk! Onverbeterlijk!" hoort men van alle kanten uit de opgetogen monden. "'t Is incroyable, dat zoo'n mismaakte sinjeur zoo aardig spelen kan..."
"'t Zal mij veel eer zijn," antwoordt meester Dirck, "en," voegt hij er met eene niet ongepaste zelfverheffing bij, "hij zal de eerste groote sinjeur niet geweest zijn, die zich overtuigd heeft, dat de Amsterdammers ook nog wat kunnen uitvoeren."
Uit haar praatjes over »haar Piet" wachtte ik niet anders dan een woesten verloopen jongen voor mij te zien, een brutalen sinjeur, die eens kijken kwam of er nog wat te halen was. En 't is zoo heel anders uitgevallen!
Deze was echter zoek: en de meid, geroepen zijnde, verklaarde niet te weten, waar Sinjeur gestoven of gevlogen was. Haar verlegen toon bij dit bescheid, deed mij echter vermoeden, dat de Heer des huizes niet verre af was, maar wellicht met dezen of genen over politie-zaken redeneerde.
Op straat gekomen, zag ik de slede vertrekken, met den bediende van Lodewijk er naast, terwijl Reynhove mij nog stond af te wachten. "Ik heb Blaek aangeraden, om van die équipage gebruik te maken," zeide hij: "maar verhaal mij, bid ik u, wie is toch die Sinjeur daarboven, die een paar vuisten heeft als een smidsgezel, en een houding als een Burgemeester? Gij schijnt hem te kennen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek