Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Een stroom van menschen volgde, tusschen het witte doek, dat de muur der huizen bedekte; en men kwam aan 't eind van den oeverwal. Félicité's slapen waren klam van 't koude zweet. Vrouw Simon bette ze met een stuk linnen, peinzend hoe ook zij eenmaal dit alles zou moeten doorstaan. Het gegons der menigte nam toe, was een oogenblik zeer luid, en verwijderde zich.
Simon zweeg, niet overtuigd, doch erkennend dat de proefsteen van een dramatisch werk in de opvoering gelegen is.
En toen ving Simon het gesprek aan, reeds lang voorbereid, overtuigd dat wanneer de man zich zijne vrouw meer tot vertrouwelinge maakte, dan meestal het geval was; wanneer zij het bewustzijn erlangde dat haar aandeel in de gemeenschappelijke levenstaak, hoezeer verschillend, in werkelijkheid niet minder beteekenend was dan de zijne, de wederzijdsche verhouding niet anders dan gebaat zou kunnen worden.
Ernest was seffens groot vriend met hem geworden, en bekende dat hij een buitengewoon mensch was. Driemaal herlas hij het briefje. De woorden, daar stille en ongekunsteld neergelegd, rankten saam tot eene stemming vol echte en klare gevoeligheid. 't Was alsof hij neerblikte in de pure diepte van vijvervrede. Het deed hem sterk aan. Juist klopte Simon Peter en trad binnen.
Men viel elkander in de armen met kreten van eindelijk en onverwachts gevonden geluk, als hadde er iets zeer buitengewoons plaats gehad in stede van het gewild resultaat van iederen wedloop. De paardenkooper naast Simon vergat de twaalf minen, waarop hij nog altijd tevergeefs wachtte en schreeuwde: "Pheidippides! Pheidippides!" even luid als de anderen.
Wat deze geloofwaardige Gaspard heeft verklaard, zou voldoende zijn om een geheele Jodenwijk te verbranden." De jongen kon hierna vertrekken, nadat hem nog eens op het hart was gedrukt geen woord over dit verhoor te spreken. Wij verlieten de herberg met even ernstige gezichten als waarmee wij er waren binnengetreden en klopten aan de deur van Samuel Simon.
Reeds in 1578 was er te Amsterdam een huis, »de kuil der Leeuwen" geheeten; de bewoner van dat huis werd genoemd Simon Pietersz. in den kuyl der Leeuwen . Over sommige namen, die met coul, een andere form van het woord kuil zijn samengesteld, zie men bl. 256. Over put en pit, en over een paar geslachtsnamen, met dit woord samengesteld, zie men bl. 251.
Mevena zat meestal beneden wanneer de mannen in de kamer waren; de eerbiedige behandeling van den eersten tijd liet zij zich schertsend gevallen en bedacht onderwijl allerlei om hen te behagen. Josse en Simon kwamen al glimlachend binnen wanneer zij daar was; zij bleven na het avondeten thuis en zaten in 't karig licht vergenoegd aan de tafel naar haar te kijken en te praten.
«Ik wensch u geluk, Rhoikos,» zeide hij eindelijk. «Gij zijt als Pygmalion, een lieveling der goden en het is alsof Pallas Athene zelve ziel en leven heeft geschonken aan het voortbrengsel uwer kunst.» De bescheiden beeldhouwer schudde ontkennend het hoofd. «Prijs mij niet overmatig, Simon,» merkte hij op, «het mocht den nijd der goden wekken.
Hij zal van morgen kruipen als een hond." "Dat zal hij niet, Simon. Gij kent deze soort nog niet. Gij kunt hem doodmartelen; maar gij zult niet het eerste woord van eene schuldbekentenis uit hem krijgen." "Dat zullen wij zien. Waar is hij?" zeide Legree naar buiten gaande. "In het berghol van het machinehuis," hernam Cassy.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek