Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
"Tot weerzien!" vervolgde Gascoigne, en vuurde zijn pistool op Don Silvio af. Het venster werd onmiddelijk daarop weer gesloten. De verschijning van onze helden en hun aankondiging van de spoedig te verwachten troepen, bleef niet zonder gevolg.
Hij vloog recht op het vaartuig af, zooals de loods van een reddingsboot op het »moederschip«, begroette zijne verbaasde bloedverwanten, en eindelijk bereikte het gezelschap Constantinopel, waar het huwelijk der hoofdpersonen luisterrijk voltrokken werd. Silvio de la Selva, de zoon van Amadis van Griekenland en een zekere Finistea, is de held van het twaalfde en laatste boek der Amadis-serie.
Zij dienden ter beantwoording van Jack's schrijven bij hun aankomst op Malta; eenige regels van Don Rebiera, een klein briefje van Agnes, en een uitvoerig schrijven van zijn vriend Don Philip, waarin onder anderen ook voorkwam, dat Don Silvio opnieuw een aanslag gewaagd had op hun vaders leven, welke toeleg gelukkig verijdeld was.
"Massa Rustig, wijs me alsjeblieft dien man eens," zei Mesty, "opdat ik hem goed ken." "Zie je daar niet iemand met een geweer in zijn hand voor het front van die kerels heen en weer loopen? Dat is Don Silvio. Hij heeft een buis met zilveren knoopen en een witte broek aan." "Jawel, Massa Rustig, ik zie hem laat ik hem nog eens goed opnemen ziezoo, nu is 't genoeg."
Intusschen werd de vervolging der galeislaven, die nog op vrije voeten waren, ijverig voortgezet en verscheidenen hunner vielen opnieuw in handen der overheid. Men kwam nu tevens te weten, dat hun aanvoerder Don Silvio gestorven was aan de gevolgen der zware verwonding, hem door Mesty's steenworp toegebracht.
"Don Silvio met honderd vijftig galeiboeven gisternamiddag op de kust losgelaten!" riep Don Rebiera uit; "gij hebt gelijk, 't is wonder dat ze niet reeds den vorigen nacht hier zijn gekomen. Maar ik verwacht elk oogenblik Pedro terug, die met een lading wijn naar de stad is; hij zal ons wel nadere tijding brengen."
Onze held herkende in den bevelvoerenden officier een oude kennis, deelde hem mee, dat ook Don Silvio op vrije voeten was en verzocht hem zijn richting te nemen naar het verblijf van Don Rebiera, wien stellig gevaar dreigde. "Gij hebt gelijk, Signor," antwoordde de officier; "ik geloof anders, dat Don Philip er is en ook zijn broeder.
"Dat weet ik, Sir Thomas, maar ik zou er mijn heele traktement onder durven verwedden, dat 't Don Silvio is. Ook heb ik wel degelijk opgemerkt, dat hij van kleur verschoot, toen Jack hem verhaalde, dat wij beiden het geweest waren, die Don Rebiera te hulp waren gekomen. 't Is jou toch zeker ook niet ontgaan, Jack, dat hij later haast geen woord meer gesproken heeft."
"Ik zal er toch met den kapitein over spreken, zoodra we weer aan boord zijn," hernam Jack. "Te laat, vriend." "Je heb gelijk," zuchtte Jack met een uitdrukking van wanhoop op het gelaat. "Zet aan, jongens, zet aan!" Jack keerde aan boord terug en rapporteerde wat hij gedaan had; ook dat Don Silvio onder de bevrijden behoorde.
De Siciliaan trad hem te gemoet en stak hem met voorgewende hartelijkheid de hand toe, maar Jack zei met een uitdagenden blik: "Don Silvio, wij kennen u; ik kom hier alleen om namens mijn vriend voldoening van u te vragen. En waarlijk, gij moogt nog van geluk spreken, want het is toch vrij wat verkieselijker te sterven door de hand van een fatsoenlijk man dan aan de galg."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek