Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Dat is, verliefd zooals ik met =mijn= karakter het wezen moest: verliefd met eene verholene intensiteit, die weldra mijn geheele =zijn= doordringen zou: met eenen stillen, innerlijken gloed, die langzaam voort zou smeulen tot hij mij gansch zou hebben verteerd. Ik sidderde bij het uitzicht: want het beloofde mij niets dan marteling.

Toen lachte zij. Die Jules! sprak ze. Hij kan zoo aardig opgewonden zijn. Anna en Suzette, verlegen over de scène solden wat met de jongens, over de platen heen. Cecile sprak alleen tot Amélie. Maar deze sidderde nog in hare zenuwen. Hoe kan je toch die kuren van Jules nog excuzeeren! sprak ze met eene stem, die hokte.

Hij zei ineens te veel. Hij zei ineens álles. Het duizelde in haar. O, Fons, zuchtte zij. Hij nam haar hand. En zijn arm sloeg hij zacht om haar middel. O, dat er ons iemand moest zien! sidderde zij. Hij sloot haar dicht tegen zich aan, hield haar stil, gaf haar zijn eersten zoen. Lisatje, 'k zie ou geirne, zuchtte hij. De jonkvreiwe zie-je geirne, antwoordde zij, zich loswringend.

Had in het eerste een glimlach van blijde verwachting de harde plooi zijner lippen gematigd, nu toch schoot er insgelijks eene bedroevende overweging door zijnen geest; want hij sidderde van verborgene gramschap en sloeg met zijne vuist aan den arm van het kruis waartegen hij leunde, als wilde hij den steen vermorzelen.

Hij ontmoette kapitein Lynch, die denzelfden tocht ondernam, en samen gingen zij naar binnen. "Achtentwintig-twintig", zei de oude zeevaarder. "Het zal hier aardig gaan spoken wat was dat?" De lucht scheen gevuld met iets dat met een geweldige vaart voortvloog. Het huis trilde en sidderde, en ze hoorden het zoemen van een machtig geluid. De ramen rammelden.

Des Joden hand sidderde van vreugde, terwijl hij de eerste zeventig goudstukken opstreek. De tien laatsten telde hij met veel bedaardheid na, stil houdende en iets mompelende, telkens als hij een stuk van de tafel opnam, en het in de beurs stak.

Daar zat Lucia met de levenlooze oogen, zonder doel en zonder gedachte, op de tafel gevestigd. Wel klopte het hart des sergeant-majoors hoorbaar in zijnen boezem, wel aarzelde hij om de krankzinnige te naderen; doch, als door een geweldig besluit zijnen moed te zamen rapende, kwam hij vooruit en zeide met eene stem, die sidderde van ontroering: "Lucia, arme Lucia, herkent gij mij niet?

In gesprek is hij vol geestdrift, lichtgeraakt en zeer ernstig. Zijn ernst gaat zelfs zeer ver. Hij antwoordde: "Ga aan uw werk, want ik ben bezig." Ik kwam voor de tweede maal; toen zeide hij: "Als ge nog eens komt, zal ik u straffen." Toen ik voor de derde maal vroeg, begon hij te lachen. Ik sidderde en snelde de tent uit; maar het was te laat.

De generaal hield zich goed, maar af en toe sidderde zijn lange, witte snor. Laten we hier maar blijven, we houden hier goed de brug in 't oog en kunnen ook nog even zitten, zei hij, een bank aanwijzend. Zij namen plaats. De dames droogden haar tranen af en voor het allerlaatste afscheid werd nog eens het mandje van Rikiki geopend. O! wat 'n emotie, wat 'n verteedering!

Zijne keel werd hem toegenepen van angst, als hij dacht aan het oogenblik, waarop hij in de handen van Vianen zou vallen, want, hij wist het, zijn lof zou dan vreeselijk zijn. De grootste martelingen zouden hem niet gespaard worden en het einde zou een ellendige dood zijn. Ja, als Peer daaraan dacht, sidderde hij over zijn geheele lichaam en wrong hij in den hevigsten angst de handen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek