Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 november 2025


"Nu morgen," verklaarde Demi op vroolijken toon, en hij stapte de kamer binnen met zijn lang nachtjaponnetje bevallig over den arm opgenomen, en zijn krullebol vroolijk schuddende, terwijl hij om de tafel sprong en met verlangende blikken naar de koekjes keek. "Neen, het is nog geen morgen, je moet naar bed gaan en het Mama niet zoo lastig maken, dan krijg je dat kleine koekje met suiker er op."

Indien mijn oom ontwaakt, zal hij zelf erkennen, dat zijn geloof in de geesten hem heeft bedrogen; en, blijft hem nog de kracht over om eenige dagen te leven, dan zal ik hem wel genezen, twijfel daar niet aan." "Mocht uwe hoop zich verwezenlijken, mijne dochter," zeide de priester, het hoofd schuddende; "maar het is niet waarschijnlijk, dat uw liefderijke wensch verhoord worde.

"Zoo ver ik weet, niet; ik heb dat voorwerp nooit in mijn bezit gehad." "En ik nog minder, oom!" "Dat is vreemd." "Wel neen! het is zeer eenvoudig; de IJslanders hebben dikwijls zulke wapenen, en Hans, wien dit toebehoort, heeft het op dezen oever verloren...." "Hans!" zeide mijn oom het hoofd schuddende. Vervolgens onderzocht hij oplettend het wapen.

Zij hebben hem dien dus afgenomen; en het is klaarblijkelijk, dat zij, om dien brief machtig te worden, omgekeerd zijn en u achtervolgd hebben." "Dat kan ik bezwaarlijk denken," zei Hartley, zijn hoofd schuddende. De Indiaan gaf daarop geen antwoord. Hij haalde het lijk uit het bosch, en doorzocht al de zakken nogmaals.

"Gij ziet," zeide Van Lintz, toen ik bij hem in het opkamertje was teruggekeerd, "dat ik, bij gebrek aan een betere, mijn oude schuilplaats weder heb moeten opzoeken." "Ik zie het," antwoordde ik, het hoofd schuddende: "maar ik vrees, dat zij niet lang meer veilig zijn zal.

Zoo ik in den beginne al eenigen weerzin tegen den mij opgedragen last gevoelde, ik ondervind thans slechts een innig leedwezen, namelijk van te denken dat ik u wellicht nooit wederzie." "Dit leedwezen zal u niet lang bijblijven," hernam zij, met droefgeestigheid het hoofd schuddende: "en het is ook beter, dat gij onze korte ontmoeting vergeet.

»Wel! vriend Hod," antwoordde Banks, »'k zou 't volkomen met je eens zijn, als...." »Als?...." vroeg de kapitein, het hoofd schuddende. »Als in de vlucht naar vooruitgang, je niet plotseling onderweg waart blijven stilstaan." »Zou er dan nog iets beters te doen zijn?" »Oordeel zelf.

"Mij dunkt insgelijks dat zij ginder gansch ondadig zijn", antwoordde Robrecht; "maar, oom, hoe kunt gij hunne inzichten kennen?" "Ik weet het door eenen brief dien men in den burg geschoten heeft. De brief zegt dat de Isegrims niets zullen ondernemen voordat de Gentenaars met de groote stormtuigen aankomen?" "De Gentenaars?" herhaalde Robrecht, het hoofd ontevreden schuddende.

"Wel heremiet," was des schutters eerste vraag, zoodra hij den ridder zag: "Welken lustigen broeder hebt gij daar?" "Een broeder van onze orde," hernam de monnik, het hoofd schuddende. "Wij hebben den geheelen nacht door gebeden." "Hij is een monnik van de strijdende kerk, denk ik," antwoordde Locksley; "er dolen velen van dien aard door het land.

»Hij zal morgen terugkeeren! En ik, waar zal ik morgen zijn?" dacht Kin-Fo, het hoofd schuddende. De jonge Tankadere hernam: »Hij is ver van ons gegaan naar het land der Mantsjoerijnen tot de muren van ons China! Ach, wat heeft mijn hart dikwijls gesidderd als de stormwind loeide en hij den storm trotseerende voorwaarts ging." Kin-Fo luisterde, maar zeide niets.

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek