Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Toen de blokken gebracht waren, en naar den eisch nederlagen op de vlammen, om hun vonnis te ondergaan, schikten de wijze raadslieden nog dichterbij het vuur dan tot dusver. De zegenrijke hitte vleide zich zoet over 't kippevel hunner armen, en de handen, welke wit van de kou geweest waren, werden teeder-rood geroosterd.
De zijnen schikten zich nu ook gedwee in hun lot; zij werden insgelijks ontwapend en geboeid; en dat ging met buitengewone snelheid, daar al de blanken zich beijverden om nu slechts het allereerst noodige gedaan te krijgen.
De twee broeders gingen de stoep op en zaten weldra aan een tafeltje met het bord tusschen hen in. Terwijl zij de schijven schikten, zeide Alfred: "Ik moet u toch nog zeggen, Augustine, wanneer ik dacht zooals gij, zou ik iets doen." "Dat geloof ik wel gij zijt van de soort die iets doet maar wat?"
Toen schikten zij zich in een lange rij, met de leidster-gans vooraan, en kwamen op hen af. Toen nu de witte ganzerik de wilde ganzen bekeek, voelde hij zich niet recht op zijn gemak. Hij had verwacht, dat ze meer op tamme ganzen zouden lijken, en dat hij zich aan hen verwant zou voelen. Ze waren veel kleiner dan hij, en geen van hen was wit, maar allen waren grijs en bruin gemarmerd.
Max wist zoo goed als ieder ander dat er veel middelen te vinden waren om zònder betaling brood naar Rangkas-Betoeng te laten brengen, maar onbetaalde arbeid, die Indische kanker, was hem een gruwel. Zoo was er veel te Lebak, dat wel door gezag te verkrygen was om-niet maar niet te-koop voor billyken prys, en onder zulke gegevens schikten zich Havelaar en zyn Tine gaarne in 't gemis.
Burgers en mindere lieden schikten zich met eerbied op eenige stappen rondom hem en keken stil en verbaasd op de jonge maagd, wier schoonheid elkeen met bewondering trof. Deze ridder, Segher Wulf van Lampernisse, was weduwnaar; zijn eenig kind, hem dierbaar als het licht zijner oogen, heette Dakerlia.
Ladders en schildpadden werden van de wagens genomen en in verschillende richtingen rondom den burg gedragen. In de aanpalende straten schikten de oversten hunne ridders en wapenknechten in gelederen, gereed om vooruit te stormen en den wal te beklimmen, zoohaast de Gentsche benden de ladders zouden hebben gerecht.
In de taveerne van Nilus waren zij nièt geminacht, werden zij broederlijk ontvangen, welkom geheeten. En waarom ook niet! Was Nilus zelve niet maar een vreemdeling èn een caupo, dus ook een "veracht" bedrijf-uitoefenaar; was onder deze zuipers wel éen "geachte" Romeinsche burger te vinden; waren dit niet allen "verachte" schepselen: deze gladiatoren, deze matrozen, dit naamlooze volk van Suburra-bezoekers, déze dieven, weggeloopen slaven, deze Christenen? Dat sinistere troepje daar ginds: een beul tusschen zijn twee geeselslaven en de lijkedragers, die zich bij hen hadden gevoegd somber keken zij over hunne kroezen, meestal stilzwijgend, nu en dan met een enkel donker woord gefluisterd tusschen hunne barre, barsche, stoppelgebaarde smoelen van ruwe mannen, hun verweerde koppen ruig donker doemende uit den walm van vette keuken- of lampenolie en stoom uit druipnatte kleêren hadden zij en hunne gelijken wel het rècht komedianten te minachten? Neen, zij gevoelden zich gemeenzaam met hen; zij schikten hun plaatsjes in; zij stonden hun hunne kroezen af, nu Nilus er te kort kwam en de komedianten, om hun alleen intellectueelen trots, verbroederden dadelijk, gevoelden zich dadelijk thuis met de gemakkelijkheid van overal door heen rollende zwervers, sloegen blijmoedig kwinkslagen, joligden, zèlfs met de Gallen, die de anderen meestal noóit anders dan met een snauw van zich af duwden. Want de Gallen, d
Maurits brak zonder aarzelen met die oude gewoonte; hij dwong zijne soldaten tot arbeiden; in den beginne morden zij wel, doch daar hij den schanswerkers boven hunne gewone soldij een niet onaanzienlijke toelage schonk, schikten zij zich in hun lot; zij deden dit des te eerder, omdat het rooven en stelen hun door de strenge krijgstucht toch onmogelijk gemaakt werd.
De wapenknechten traden op het middenplein van den burg, en terwijl zij zich daar langs de Loove en het Gijselhuis in een vierkant schikten, stapte uit hun midden een bazuinblazer met eenen wapenbode vooruit. Deze riep den Kerels toe dat hun een wapenstilstand tot het einde van den dag werd voorgesteld, opdat zij zouden kunnen aanhooren wat de veldheer door zijne zaakgelastigden hun wilde zeggen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek