Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Nu kom ik eindelyk op de zaak, waar over ik u wilde schryven. Daar het onze Bregtje Sara gezien, met een jong wilt Heer; zy geloofde, dat het een uit de Kommedie was; en zy was nog veel ligtvaerdiger opgeschikt dan de Pop van Pieternel, daar je men eens van schreef. Zy was een el hoog gekapt. Ze hadt witte zyde koussen aan; denk, Zusje, witte zyde koussen, en kerjeusde schoenen.
Een Antwerpsch hoedenstoffeerder, Joost van den Vondel en Sara Kranen, de dochter van een insgelijks uit Antwerpen herkomstigen Rederijker, Peter Kranen
Spilgoed bericht Blankaart over Sara: ze is lief, vroolijk, eerlijk, past goed op. ACHT EN TWINTIGSTE BRIEF. Anna Willis is bedroefd; haar tante te Rotterdam is ernstig ziek; ze moet er heen met Moeder, kan vooreerst niet schrijven. Mevrouw!
Smit heeft intusschen een erfenis gekregen en nu zal Anna met haar besten vriend gaan trouwen. Hun liefde berust op achting en vriendschap. Zij raadt Sara aan den advokaat Fine Mouche te nemen, maar dan moet ze er gauw bij zijn. Hij is zeer gewild en ijvert voor de rechten der vrouw. Smit ijvert voor de nieuwe psalmberijming. Lieve Willis!
Zusje, wat is die Broeder Benjamin toch een groot mannetje! Nou, ik zal zien te komen, en dan zullen wy spreken van herte tot herte. Ik heb u en de broeders lief. ACHTSTE BRIEF. Sara schrijft Aletta de Brunier, dat ze komt, als de weduwe Sp. haar wil hebben. NEGENDE BRIEF. Deze verklaart zich bereid Sara te ontvangen, tegen billijke vergoeding. Het zal haar wel bevallen. Douce et tendre amie!
Sara Burgerhart moet een zo braaf man hebben als uw Hendrik, en zyne Ouders moeten haar met achting en liefde in hunne familie nodigen. Nu, nu, 't zou geen onaartig klugtje wezen, met een Papa die zei: "zo zal 't wezen, Dochter, want ik versta het zo." Neen man! myn Pupil is een redelyk schepzel, en zo wil ik, dat zy zal behandelt worden.
Ze deelt hem nu uitvoerig een gesprek mee over het Buitenleven. Sara vindt zich daar te jong voor, Hendrik verlangt er naar. Saartje knoopt manchetten voor Blankaart; deze moet zich van den domme houden! Heer en Vriend!
Zoo gy haar by my, om getuigenis van u te vragen, zendt, dan zal ik haar reden geven, om over u voldaan te zyn. Gy zult my zeer verpligten, indien gy u de smarte uitwint die gy mooglyk zoudt gevoelen, als gy afscheid van my naamt. Ik ben EEN EN VEERTIGSTE BRIEF. Sara aan Anna: Wed. Spilgoed is erg ziek! Zij waakt en verzorgt haar, is zeer onder den indruk, hoogst ernstig gestemd.
HONDERD-DRIE EN VIJFTIGSTE BRIEF. Sara antwoordt hem niet minder degelijk; er ligt haar nog iets op 't hart; ze denkt dat Hendrik nog niets weet van 't geval met R., maar uit de Honderd-vier en vijftigste brief blijkt dat hij alles wist. HONDERD-VIJF EN VIJFTIGSTE BRIEF. Anna Willis noemt haar verloofde Smit "waarde vriend" deelt hem de officiëele verloving mee van Sara en Hendrik.
Hoe denkt Blankaart erover? Zij zal 't haar moeder vertellen: misschien wil die Saar wel hebben. Deze brief blijft wat lang uit. DERTIENDE BRIEF. Sara beklaagt er zich over en wordt boos om Anna's koelheid. Haat me desnoods, zegt ze, maar veracht me niet. Eindelijk komt Anna's brief en Sara schrijft haar. Dierbare Willis! Zoo ontfang ik den uwen. Kunt gy my nog liefhebben?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek