United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hetgeen Emma van Ruardi's betrekking tot Lidewyde beweerde, beschouwde hij als laster; het stemde in het geheel niet overeen met hetgeen hij daaromtrent van Sarah wist. En wie was aangaande deze zaak beter ingelicht dan Sarah? Doch reeds de onderstelling, dat Lidewyde, die dan toch zelve erkende dat Ruardi haar het hof maakte, iets voor dien man gevoelen zou, vervulde hem met wrevel.

Krijg ik voor de vrouw van mijne keus uwe groeten mede?" Een oogenblik scheen het, alsof André's moedwil Ruardi op nieuw zijne tegenwoordigheid van geest zou doen verliezen. Doch hij herstelde zich spoedig en antwoordde met zijne gewone minzaamheid: "Het zal mij zeer veel eer zijn, door u te worden aanbevolen in de herinnering van jufvrouw Visscher."

Ruardi, die in den kring van zijne kameraden steeds gegolden had voor het sterkste hoofd van allen, had zich in de armen eener wijsbegeerte geworpen, die in den grond der zaak niets anders was als eene regtvaardigende theorie van zijne eigen ondeugden. Zijn geheele leven was van lieverlede in eene leugen verkeerd.

"Ga zitten, Ruardi," zeide hij, toen de dokter op het bepaalde middaguur eensklaps voor hem stond. "Gij zijt een man van de klok." "Is uw neef nog niet hier?" "Zoo als gij ziet; maar ik twijfel niet, of wij zullen hem onmiddelijk zien verschijnen. Ik heb Sarah opgedragen hem te verwittigen dat hij u van middag hier vinden zou; en Sarah vergeet zulke dingen niet ligt."

In dezen tempel der maatschappelijke mondigheid was het dat Jakob, de huisknecht van dokter Ruardi, weinige dagen na de gebeurtenissen uit hooger sfeer waarvan in de voorgaande hoofdstukken gewag gemaakt is, des ochtends tusschen elven en twaalven eene hartsterking kwam gebruiken.

Het denkbeeld dat hij hare gunsten, indien zij hem die verleende, zou moeten deelen met Ruardi, had hij zich voor goed uit het hoofd gezet. Van eenig gevaar voor haar goeden naam, indien zij hem met te veel welwillendheid bejegende, kon geene kwestie zijn, en nog veel minder van eenige afhankelijkheid, waarin zij geraken zou, indien zij zich aan hem, André, overgaf.

Isidoor had zijne zuster wel eens hooren verhalen, dat de kennismaking met mijnheer Ruardi sommige meisjes van het Fundatiehuis naderhand juist niet ten zegen geweest was. Hij vond het evenwel niet noodig, dit mede te deelen aan den logeergast, die een vriend van den dokter scheen te zijn.

"Waarde heer," zeide Ruardi, die nu zijne contenance niet meer verloor, "niemand kan omtrent uwe originaliteit een gunstiger meening koesteren dan ik; en tenzij er ook eene oorspronkelijkheid gevonden wordt, die zich vergenoegt met nalezingen te houden, hetgeen met zichzelf in tegenspraak zou zijn, weet ik inderdaad niet hoe men billijkerwijze op het denkbeeld zou kunnen komen, u van gebrek aan zelfstandigheid te beschuldigen."

André had Sarah, sedert zijn onderhoud met haar over Lidewyde's betrekking tot Ruardi, schier niet wedergezien. Opzet of toeval, van geene enkele gelegenheid om zich met hem alleen te bevinden was partij door haar getrokken. Ware hij zich volkomen bewust geweest van hetgeen hij wilde, welligt zou die bescheidenheid hem verdroten hebben.

Mag ik u welkom heeten te M., mijnheer Kortenaer, en mij aanbevelen in uwe vriendschap?" "Ik bemerk," antwoordde André, "dat mijn neef niets te veel gezegd heeft, toen hij voorspelde dat dokter Ruardi mij met de meeste voorkomendheid bejegenen zou. Doch gij maakt mij verlegen, dokter.