Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Tamalone, die bespeurde, dat hij haar lang aan kon zien wanneer zij in vroolijkheid gemeenzaam was, praatte aanhoudend en bij zijn gemoedelijke verhalen begon zij te zien, dat hij veel beminnelijker was dan zij te voren dacht. De naam van Rogier werd dien dag niet genoemd. Zij stegen zeer vermoeid bij een groen korenveld af, waar Mevena ging liggen in een paadje tusschen twee akkers.
Weinige dagen later werd het kamp in den schemer van een bewolkten ochtend door de talrijke troepen van Bologna, die zegevierend door het land trokken, steden en kasteelen winnend voor de Kerk, verrast en verslagen. Met slechts een zeventig ruiters werd Rogier, die aan 't hoofd was gewond, door den brigadier vluchtend naar de bergen gevoerd.
Nu Josse gezegd had dat zij spoedig een kind zou krijgen, wilde zij wel aanstonds naar Rogier toe gaan, want de wereld was zoo veranderd en bij hem zou zij tevreden zijn. Doch de goede Josse klopte haar op den arm toen zij daar over sprak, en zeide dat hij een boodschap zou zenden, maar dat zij rustig bij hen moest blijven.
Rogier keerde zich om op het stroo, vroeg of de paarden gereed waren en sloot zijn oogen weder. En het was weêr zeer stil in de tent. Mevena voelde zich moede, het kind sliep in haar arm. Dan klonken er stemmen. Rogier stond op, gaf haar een kus en trad naar buiten. En terwijl zij zich oprichtte om hem te volgen deed een groote onrust haar hart zoo hevig aan, dat zij angstig werd en draalde.
Het meisje met haar jonge liefde was ook zoo schoon in de blanke zomerdagen toen hij haar voor 't eerst had gezien, hij had zoo gaarne haar boodschap gebracht, fluitend den ganschen weg, en Rogier had hem zoo ernstig gevraagd haar te halen. Dan, in de stad, zag hij Lugina terug, de sluwe grijsaard in zijn fraaien mantel, die hem geld gaf om zijn vijand te dooden.
De eerste morgenwind verspreidde vaag het geluid, een vogeltje tjuikte in de takken. Zij bedachten, dat het laat was en dat zij naar de stad moesten keeren. Op de terugwandeling door het natte gras sprak Rogier luchtig en zwierig over toekomstige vreugde en zij, in dartelen tred naast hem gaande, antwoordde en beäamde met een hooge stem.
Dit zeide de keizer vertrouwelijk met zijn hand op Rogiers schouder; dan richtte hij zich tot zijn volle grootte op en voegde er bij: "Vergeet niet, dat gij mij trouw hebt gezworen. En zoo ge ondanks mijn raad uw wil doet, zijt ge mijn vijand," en reikte zijn hand, die het zegel des rijks aan een vinger droeg Rogier boog en kuste haar, terwijl de sterrewijze hem toeknikte over zijn boek.
Eerst kon hij geen woorden vinden toen hem gevraagd werd wat hij te zeggen had, maar dan sprak hij: "Wat gaan wij doen wanneer wij in Padua zijn? gij blijft toch voor den keizer?" Rogier maakte een gebaar van ongeduld, maar antwoordde niet. Dan sprak de brigadier weder met iets smeekends in zijn stem: "Ach man, er wacht u zooveel geluk.
In den avond liep Rogier daar geruchtloos en langzaam met een ruiker van rozen, en toen hij aanstonds dicht langs de duistere stammen een kleine vrouw haastig zag naderen, liep hij haar met gestrekte armen tegemoet, boog en gaf haar zwijgend de bloemen.
Zoo, op een middag, zaten deze twee bij tusschenpoozen te praten over wat zij doorgemaakt hadden met Rogier en de glorie, die zij voor hem verwachtten, wanneer de keizer de steden en den Paus had, gedwongen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek